6
3.2 Functie
Branderconstructie
• Volautomatische oliedrukverstuivingsbrander met venti-
lator.
• Eéntrapse bedrijfswijze.
Digitale verbrandingsmanager
Kenmerken :
• beveiliging door interne toestelzekering
• stuurt en controleert alle branderfuncties
• veiligheid door 2 microprocessoren
(wederzijdse controle)
• data BUS-aansluiting (eBUS)
• signaallamp voor aanduiding van de bedrijfstoestand :
groen branderbedrijf
groen flikkerend branderbedrijf met zwakke
belichting
oranje branderstart, interne
toestelcontrole
oranje flikkerend ontstekingsfase
rood branderstoring
oranje/rood flikkerend onderspanning of interne
zekering defect
rood/oranje, vreemde belichting
2 x flikkerend,
dan korte pause overspanning
rood flikkerend brugstekker nr. 2 ontbreekt of
contact in de servomotor niet
gesloten
Luchtregeling
• De regeling van de stand van de luchtklep gebeurt met
een instelschroef.
Elektromotorische servomotor (optie)
• Bij stilstand van de brander sluit de luchtklep
automatisch om afkoeling van de warmtegenerator te
vermijden.
• De regeling van de stand van de luchtklep gebeurt met
een instelschroef op de servomotor.
Verstuiverlijn
• Het totale oliedebiet wordt verstoven met één
verstuiver (WL20/1-C) resp. twee verstuivers
(WL20/2-C)
• De regeling van de stand van de stuwschijf gebeurt
met een instelschroef.
Programmaverloop
Warmtevraag door de ketelregelaar :
• Starten van de ventilator - ventileren van de vuurhaard,
ontsteking
• Brandstofvrijgave - magneetventiel opent
• Vlamvorming
Regelafschakeling :
• Magneetventiel sluit
• Naventilatie van de vuurhaard
• Brander schakelt uit