12. Elektrische aansluiting
22
Branderbekabeling WL 10-B-H, WL15-B, WL20-A en WL20-A-H met servomotor W-ST04
Legende
A1 Branderautomaat
B1 Vlamvoeler
E1 Verwarmingselement
F1 Zekering
F11 Zekering
F2 Temperatuur- of drukbegrenzer
F3 Temperatuur- of drukregelaar
H1 Controlelamp storing
H2 Controlelamp werking
H11 Controlelamp brander aan
M1 Brandermotor
P1 Evtle urenteller
S1 Bedrijfsschakelaar
S22 Temp. schakelaar aan het verwarmingselement
T1 Ontstekingstransfo
X3 Stekker console
X4 Klemmen aan de servomotor
X6 Aansluitstekker
Y1 Magneetventiel
Y4 Evtl. bijkomend magneetventiel
Y6 Servomotor
I Eindschakelaar vollast
Opmerking:
De aansluitconsole is voor alle mogelijke branderuitrustingen
altijd uniform uitgevoerd.
Betreft het een brander zonder verstuiververwarming, dan moet
de stekkerverbinding X3:7 met een overbruggingsstekker
uitgerust worden. Bij een open stekkerverbinding X3:7 is er na
het inschakelen van de brander (signaal “brander aan-H11) geen
verdere branderfunctie.
* Bij de branderuitvoering zonder servomotor WL15-B en
WL20-A wordt de stekkerverbinding X3:2 voorzien van een
overbruggingsstekker. Wordt de stekkerverbinding X3:2 niet
aangesloten, dan gaat de brander in storing, daar de brander-
motor niet kan ingeschakeld worden.
Branderautomaten zijn
veiligheidstoestellen! Niet openen!
Elke onbevoegde ingreep kan
ernstige gevolgen hebben!
Aarding en nulgeleider volgens
plaatselijke voorschriften.