4.1 Montage bedieningstoestel bij een geactiveerde ruimtevoeler
Montageplaats bedieningstoestel met geactiveerde
ruimtetemperatuurvoeler
Het bedieningstoestel wordt bij voorkeur gemonteerd aan
een binnenmuur in de woonkamer, tegenover de radiator.
Deze ruimte dient als referentie voor de overige ruimtes.
Om de correcte werking van de verwarmingsregeling te
verzekeren, mag in deze ruimte geen bijkomende
temperatuurregeling (ventielen op stand OPEN), b.v. door
thermostatische kranen, aanwezig zijn. Het
bedieningstoestel moet zo geïnstalleerd worden dat het
niet door andere warmtebronnen beïnvloed wordt (directe
zonnestraling, montage tegen de schouw of in de nabijheid
van een openhaard).
Opmerking : de aansluitdraden kunnen niet
omgewisseld worden.
4.2 Aansluiting van het bedieningstoestel aan de WRS-CPU bij wandmontage
Montagevoorbeeld afstandsbediening
4.3 Montage van de wandhouder
Sluit het bedieningstoestel aan op klem 13 van de
WRS-CPU.
De aansluitdraden kunnen niet omgewisseld worden.
➩ Technische gegevens zie hfst. 9.
De kabellengte tussen BE en WRS-CPU mag bij een
koperen leiding met een doorsnede van 1,5 mm
2
niet
langer zijn dan 120 m, bij een doorsnede van 0,6 mm
2
mag
de kabel niet langer zijn dan 20 m.
De montage van de wandhouder gebeurt met schroeven
en pluggen. Na de montage wordt de afstandsbediening
eenvoudig in de wandhouder ingeclipst.
➩ Technische gegevens zie hfst. 8.9
Bedieningshandleiding
4. Montage