10.3 Dakdoorvoerkit (C31)
Dit type wordt gebruikt wanneer de rookgasafvoer uitmondt op een hellend
dak. Deze dakdoorvoeren zijn geschikt als gecombineerde doorvoeren voor de
afvoer van verbrandingsgassen en de toevoer van verbrandingslucht voor
gesloten gasgestookte toestellen. De aansluiting gebeurt met concentrische
buizen Ø100 – Ø150 (vast of flexibel).
Plaatsing:
1. Bepaal de plaats van de dakdoorvoerconstructie. Bij een pannendak moet
rekening gehouden worden met de soort pannen.
2. Maak van buitenaf een gat voor de dakdoorvoer. Zorg ervoor dat er geen
zaagsel of stof in het toestel kan komen.
3. Plaats de loodpan.
4. Plaats de dakdoorvoer voorzichtig van buitenaf door het dak.
5. Zet de dakdoorvoer met behulp van een waterpas recht.
6. Plaats de meegeleverde bevestigingsbeugel om de dakdoorvoer en
bevestig deze aan het dakbeschot. De beugel nog niet vastzetten.
7. Bouw het concentrisch systeem beginnende bij het gastoestel op.
8. Zet als laatste de dakbeschotbeugel vast en controleer alle werkzaamheden
op juiste uitvoering.
10.4 Schouwdoorvoerkit (C31)
Dit type wordt gebruikt wanneer de rookgasafvoer uitmondt op een plat dak of
bij het gebruik van een schouwkanaal.
Deze schouwdoorvoeren zijn geschikt als gecombineerde doorvoeren voor de
afvoer van verbrandingsgassen en de toevoer van verbrandingslucht voor
gesloten gasgestookte toestellen. De aansluiting gebeurt met concentrische
buizen Ø100 – Ø150 (vast of flexibel).
Plaatsing:
1. Bepaal de plaats van de schouwdoorvoerconstructie, rekening houdend met
het type dak of schouw.
2. Maak van buitenaf een gat voor de schouwdoorvoer. Zorg ervoor dat er geen
zaagsel of stof in het toestel kan komen.
3. Plaats de aluminium plakplaat.
4. Plaats de dakdoorvoer voorzichtig van buitenaf door het dak.
5. Zet de dakdoorvoer met behulp van een waterpas recht.
6. Plaats de meegeleverde bevestigingsbeugel om de dakdoorvoer
en bevestig deze aan het dakbeschot. De beugel echter nog niet vastzetten.
7. Bouw het concentrisch systeem op, beginnende bij het gastoestel.
8. Zet als laatste de dakbeschotbeugel vast en controleer alle werkzaamheden
op juiste uitvoering.