INSCHAKELTIJD INSTELLEN (“ALL”)
PROGRAMMA 1:
7. , 1 , ON verschijnen, ALL verschijnt kortstondig en het uur
knippert.
8. Om het uur te kiezen, drukt u op de knop of .
9. Druk op de knop om te bevestigen.
, 1 , ON verschijnen, ALL verschijnt kortstondig en de minuten
knipperen.
10. Om de minuten te kiezen, drukt u op de knop of .
11. Druk op de knop om te bevestigen.
UITSCHAKELTIJD INSTELLEN (“ALL”)
PROGRAMMA 1:
12. , 1 , OFF verschijnt, ALL verschijnt kortstondig en het uur
knippert.
13. Om het uur te kiezen, drukt u op de knop of .
14. Druk op de knop om te bevestigen.
, 1 , OFF verschijnt, ALL verschijnt kortstondig en de minuten
knipperen.
15. Om de minuten te kiezen, drukt u op de knop of .
16. Druk op de knop om te bevestigen.
Ofwel gaat u door naar PROGRAMMA 2 en stelt u de in en uitschakeltijden in, ofwel stopt
u de programmering en blijft PROGRAMMA 2 gedeactiveerd.
PROGRAMMA 1 en 2 gebruiken dezelfde inschakel-(Thermostatisch) en
uitschakeltemperaturen voor ALL, SA:SU en Dagtimer (1 ,2 ,3 ,4 ,5 ,6 ,7). Zodra een nieuwe
inschakel- (Thermostatisch) en / of uitschakeltemperatuur is ingesteld, wordt deze temperatuur de
nieuwe standaardtemperatuur.
Als ALL, SA:SU of Dagtimer geprogrammeerd zijn voor de in- en uitschakeltijden van
PROGRAMMA 1 en PROGRAMMA 2, worden deze de nieuwe standaardtijden. Om de
tijdstippen en temperaturen voor in- en uitschakeling van PROGRAMMA 1 en PROGRAMMA 2
te wissen, moet u de batterijen verwijderen.
SA:SU of Dagtimer (1,2,3,4,5,6,7) geselecteerd
▪ Stel de in- en uitschakeltijd in volgens dezelfde procedure als bij “ALL geselecteerd”
(hierboven).
▪ SA:SU: In- en uitschakeltijd instellen voor zowel zaterdag als zondag.
▪ Dagtimer: U kunt afzonderlijke in- en uitschakeltijden instellen voor één weekdag, voor
meerdere weekdagen of voor alle weekdagen.
▪ Wacht om de instelling te voltooien.