48
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
OPMERKING: de afstandsbediening kan er anders
uitzien.
OPMERKINGEN:
• De afstandsbediening wordt bestuurd via twee
AAA-batterijen (bijgeleverd). Vervang de
batterijen na 6 maanden gebruik, of wanneer de
afstandsbediening het niet goed meer doet.
• Om de airconditioner te bedienen met de
afstandsbediening richt u deze op de
signaalontvanger, vanaf een afstand van niet
meer dan 7 m.
In- of uitschakelen
Druk op POWER.
Selecteren van de modus
1. Druk op de toets MODE en laat deze los
wanneer het symbool voor de gewenste
instelling oplicht.
2. Kies Koelen, Drogen of Alleen ventilatie.
• Koelen-koelt de desbetreffende ruimte. Druk op
Ventilatie om Auto, Hoog, Gemiddeld of Laag te
selecteren. Druk op de afsteltoets omhoog of
omlaag om de temperatuur af te stellen.
• Drogen-Droogt de desbetreffende ruimte. De
airconditioner selecteert automatisch de
temperatuur. De ventilatie werkt alleen op lage
snelheid.
OPMERKING: De modus Drogen modus kan niet
gebruikt worden om de kamer te koelen.
• Alleen ventilatie-Alleen de ventilatie draait. Druk
op VENTILATIE om Hoog, Gemiddeld of Laag
te selecteren.
OPMERKING: In de modus Alleen ventilatie kan
de automatische ventilatiesnelheid niet worden
ingesteld.