12
REINIGING EN ONDERHOUD
1.
Schakel de oven uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat schoonmaken.
2.
Houd de binnenzijde van de oven schoon. Voedselspatten of gemorste vloeistoffen die aan de
ovenwanden kleven, kunnen worden weggeveegd met een vochtige doek. Als de oven erg vuil is mogen
er milde reinigingsmiddelen worden gebruikt. Gebruik geen sprays of andere agressieve
reinigingsmiddelen, want deze kunnen vlekken of strepen veroorzaken of het deuroppervlak mat maken.
3.
De buitenkant van de magnetronoven moet worden gereinigd met een vochtige doek. Om beschadiging
aan de technische onderdelen in de oven te voorkomen, mag er geen water naar binnen sijpelen door de
ventilatieopeningen.
4.
Veeg de deur en de ruit aan beide zijden, de deurafdichtingen en de aangrenzende delen regelmatig
schoon met een vochtige doek, om gemorst voedsel en spatten te verwijderen. Gebruik geen
schuurmiddelen.
5.
Voorkom dat het bedieningspaneel nat wordt. Maak het schoon met een zachte, vochtige doek. Laat de
ovendeur open wanneer u het bedieningspaneel schoonmaakt, om onopzettelijke inschakeling van het
apparaat te voorkomen.
6.
Als er damp ontstaat in of rondom de ovendeur, kunt u deze afvegen met een zachte doek. Dit kan
gebeuren als de magnetronoven gebruikt wordt in een erg vochtige conditie. Dit is verder normaal.
7.
Zo nu en dan moet het glazen plateau worden weggehaald om het af te wassen. Was het plateau af in
warm sop of in de vaatwasmachine.
8.
De draairing en de ovenbodem moeten regelmatig worden schoongemaakt, om overmatig lawaai te
vermijden. Veeg de bodem van de oven eenvoudig schoon met een mild reinigingsmiddel. De draairing
kan worden afgewassen in mild sop of in de vaatwasmachine. Zorg ervoor dat de draairing op de juiste
manier wordt teruggeplaatst nadat hij verwijderd is van de ovenbodem.
9.
Verwijder geuren uit uw magnetron door een kopje water met het sap van één citroen in een diepe, voor
de magnetronoven geschikte schaal te zetten en deze 5 minuten lang te laten draaien met de
magnetronfunctie. Veeg de oven grondig schoon en maak hem droog met een zachte doek.
10.
Als het nodig is de ovenverlichting te vervangen, gelieve dit te laten doen bij een dealer.
11.
De oven moet regelmatig worden schoongemaakt en voedselresten moeten worden verwijderd. Als de
oven niet goed wordt schoongehouden kan dat tot aantasting van het ovenoppervlak leiden, hetgeen de
levensduur van het apparaat kan verkorten en mogelijk tot gevaarlijke situaties kan leiden.
12.
U wordt verzocht dit apparaat niet mee geven met het huishoudelijke afval, maar het af te geven bij een
speciaal inzamelcentrum dat hiervoor is ingesteld door uw Gemeente.
Downloaded from www.vandenborre.be