GEBRUIKSAANWIJZING
NL
SCHEMA VAN HET APPARAAT (Fig. 1):
A. Handgreep.
B. Veiligheidssluiting (indien aanwezig).
C. Afdichting.
D. Scheider (indien aanwezig).
E. Dop afvoerkanaal voor dooiwater.
F. Bedieningspaneel.
G. Ventilatierooster van de motor aan de zijkant.
SCHEMA VAN HET BEDIENINGSPANEEL (Fig. 2):
1. Thermostaat voor de temperatuurregeling.
2. Rood lampje (indien aanwezig): wanneer dit lampje
brandt is de binnentemperatuur van het apparaat nog
niet laag genoeg.
3. Groen lampje (indien aanwezig): wanneer dit lampje
brandt, functioneert het apparaat.
4. Geel/oranje oplichtende knop (indien aanwezig):
hiermee schakelt u de snelvriesfunctie in.
Wanneer de knop brandt, is de snelvriesfunctie actief.
De snelvriesfunctie schakelt automatisch uit na ongeveer 50
uur.
De indeling van het bedieningspaneel kan variëren
afhankelijk van het model.
VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT
Het door u aangeschafte apparaat is ontworpen voor
huishoudelijk gebruik en tevens:
- voor gebruik in keukens van werkplaatsen, winkels en/of
kantoren
- in landbouwbedrijven
- in hotels, motels, appartementen en bed & breakfasts
voor gebruik door individuele klanten.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt voor het
conserveren van diepvriesproducten, het invriezen van
verse levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Dit apparaat moet volgens wettelijke voorschriften
geaard worden. De fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor eventueel letsel aan personen,
dieren of voor schade aan voorwerpen die
veroorzaakt is door het niet in acht nemen van deze
voorschriften.
1. Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet
beschadigd is, of de deur perfect sluit en of de afdichting
niet vervormd is. Uw leverancier dient in geval van
schade binnen 24 uur op de hoogte te worden gesteld.
2. Wacht minstens twee uur alvorens het apparaat in
werking te stellen, om het koelcircuit perfect te kunnen
laten functioneren.
3. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische
aansluiting door een gekwalificeerd technicus worden
verricht overeenkomstig de aanwijzingen van de
fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
4. Reinig de binnenkant van het apparaat voordat u het
gebruikt.
• Controleer voordat u het apparaat op het
elektriciteitsnet aansluit, of de spanning overeenkomt
met de gegevens op het serienummerplaatje op de
achterkant van het apparaat.
• Houd u aan de plaatselijke voorschriften voor de
elektrische aansluiting.
INSTALLATIE
• Haal het apparaat uit de verpakking.
• Verwijder de vier beschermdelen tussen de deur
en het apparaat. (Fig. 3)
• Controleer of de dop voor de afvoer van het dooiwater
(indien aanwezig) op de juiste manier geplaatst is (E).
• Om de maximale prestaties te verkrijgen en schade te
voorkomen bij het openen van de deur van het
apparaat, dient een afstand van tenminste 7 cm van de
achterwand en 7 cm van de zijkanten te worden
vrijgelaten. (Fig. 4)
• Breng de bijgeleverde accessoires aan (indien
aanwezig).
INBEDRIJFSTELLING VAN HET PRODUCT
• De temperatuur van het product is in de farbriek
ingesteld voor de functionering bij een aanbevolen
temperatuur van -18°C.
• Sluit het product aan.
• Het groene controlelampje begint te branden (indien
voorzien).
• Ook het rode controlelampje wordt geactiveerd (indien
voorzien), aangezien aan de binnenkant van het product
de temperatuur nog niet laag genoeg is om hier
levensmiddelen in te bewaren. Dit controlelampje
deactiveert zich normaal gesproken binnen zes uur na
de inschakeling.
• Verzeker u, na het apparaat aangesloten te hebben en
als de correcte temperatuur bereikt is (hier is ongeveer
een uur voor nodig en de deur mag tijdens deze fase
niet worden geopend), ervan dat de snelvriesfunctie
gedeactiveerd is (het gele controlelampje, waar
voorzien, brandt niet).
• Plaats de levensmiddelen alleen in het product als het
rode controlelampje (waar voorzien) niet langer brandt.
• De afdichting sluit de vriezer hermetisch af, dus u kunt
de deur van het apparaat niet onmiddellijk na sluiting
weer openen. Wacht enkele minuten voordat u de deur
van het apparaat opnieuw opent.
INSTELLING VAN DE TEMPERATUUR
Stel met behulp van de thermostaat de correcte temperatuur
in. Voer de volgende procedure uit om de temperatuur van
het product in te stellen
• Draai de thermostaatknop op stand 1 als u een minder
lage bewaringstemperatuur wenst in te stellen.
• Draai de thermostaatknop op stand 6 als u een lagere
bewaringstemperatuur wenst in te stellen.
• In het geval van een halve lading, of te wel als de lading
op het "e" symbool ingesteld is, raden we u aan om de
thermostaat op lagere standen in te stellen (op de stand
"e" als deze op de schaal voor het instellen van de
thermostaat aangegeven staat).