58 59
Algemeen
Fluit het hoortoestel voortdurend, dan kan het zijn
dat:
• uw gehoorgang verstopt is door oorsmeer. Raadpleeg
uw huisarts of KNO-arts.
• het slangetje kapot is. Vervang het slangetje.
• het slangetje geel en stijf is. Vervang het slangetje.
• de connector barstjes vertoont. Vervang het slange-
tje.
• het folieschaaltje niet correct in de gehoorgang is ge-
plaatst. Verwijder de oorset en breng deze opnieuw
aan.
• het folieschaaltje niet goed past in de gehoorgang.
Neem contact op met uw audicien.
Het onderhoud van uw hoortoestel
Bij goed onderhoud gaat uw hoortoestel jarenlang
mee. Hieronder staan enkele tips die de levensduur van
uw hoortoestel aanzienlijk kunnen verlengen.
• Schakel uw hoortoestel uit als u het niet gebruikt.
Gebruikt u het toestel gedurende langere tijd niet,
verwijder dan de batterij uit de batterijlade.
• Behandel uw hoortoestel voor wat het waard is:
met zorg. Als u het toestel niet gebruikt, bewaar het
dan op een koele, droge plaats in het bijbehorende
etui, buiten het bereik van kinderen of huisdieren.
• Gebruikt u het hoortoestel niet, stel het dan nooit
bloot aan extreme temperaturen (leg het niet in de
zon) of hoge luchtvochtigheid.
• Bevindt u zich vaak in een omgeving met een hoge
luchtvochtigheid, dan kan het nuttig zijn om ge-
bruik te maken van een speciale droogkit. Vraag uw
audicien om informatie.
• Draag uw hoortoestel nooit onder de douche, tij-
dens het zwemmen, wanneer u een föhn gebruikt,
of tijdens het aanbrengen van haarlak of iets der-
gelijks.