146
B. Ja/nee
Om een ja/nee vraag aan de gebruiker te stellen selecteert u de optie ja/nee in de
dropdownlijst. In het voorbeeld vragen we de gebruiker om zijn mening te uiten over een
bepaalde stelling. De keuze (ja of nee) wordt dan in een variabele opgeslagen en dit kunnen we
in een CONDITION of eender waar in het document gebruiken (uiteraard pas onder de code).
Het resultaat zal Y of N zijn. Hieronder vindt u de gegenereerde code, de variabele
§KeuzeStelling§, de vraagstelling voor de gebruiker en de aanmaak velden.
1. Waardetype: datum, ja/nee, nummer, tekst
2. Titel: de titel van het venster, meestal de actie die gebruiker moet uitvoeren
3. Omschrijving: een korte beschrijving van het venster
4. Output variabele: de variabele waarin de keuze wordt opgeslagen
5. Standaardwaarde: standaard kan de stelling aangevinkt (Y) of uitgevinkt (N) staan
«#INPUTCHECK#\Q Vink aan als u akkoord bent met deze stelling\R
§KeuzeStelling§\H BMW is beter dan Audi!\D Y»
Gaat de gebruiker akkoord met de stelling? «§KeuzeStelling§» (Y = Ja / N = Nee)
«#CONDITIONSTART#\E §KeuzeStelling§=Y»
De gebruiker heeft een voorkeur voor BMW.
«#CONDITIONELSE#»
De gebruiker heeft een voorkeur voor Audi.
«#CONDITIONEND#»