151
variabele). De gebruikersvariabelen zijn beschikbaar in het Nederlands, Frans en Engels. De benaming
van de gebruikersvariabelen is ook uniform gehouden, in elk tekstblok vindt u dezelfde benamingen
terug. Zodat u in uw model een overzicht kan behouden is elke gebruikersvariabele voorafgegaan van
zijn partijcode. U kan ze via de KLEOS modellen importeren.
B. Count
Om COUNT te gebruiken selecteert u bij "Waarde toekennen" de optie Huidige cyclus teller. Dit
gaat binnen een ITERATION tellen hoe vaak de ITERATION moet lopen. In modellen zal u Count
vaak terugvinden onder de gebruikersvariabele §Count§.
«#ITERATIONSTART#\S @AllParties@»
«#COUNT#\R §Count§ »
«#ITERATIONEND#»
Een ITERATION op 5 cliënten, daar staat §Count§ op 5. Een ITERATION op alle 12 identiteiten in een
dossier, daar staat §Count§ op 12.
C. Optelling
Wanneer u met berekeningen werkt, kan het nuttig zijn om bepaalde bedrag met elkaar te
kunnen optellen. Er is niet altijd een eenvoudige variabele uit een lijst beschikbaar voor elk
bedrag (bv. combinatie van hoofdsom + intresten). Om getallen in eenvoudige variabele uit een
lijst te kunnen optellen moet u eerst een gebruikersvariabele aanmaken en deze het type
integer(geheel getal), double (lage precisie) of decimal (hoge precisie) meegeven. U initialiseert
deze best eerst op 0, maar dit is niet verplicht. Daarna maakt u een 2e en 3e waardetoekenning
aan waar u de eenvoudige variabele uit een lijst optelt door de operator "+=" te gebruiken.
Als voorbeeld nemen we het model inmora.tp. Bovenaan het model roepen we het tekstblok
factuurvoorwaarden op, hierin zit er een selectie uit een lijst op de berekening te kiezen. De
gekozen berekening wordt opgeslagen in de gebruikersvariabele §Berekening§. De
gebruikersvariabele §Berekening§ gebruiken we in de ITERATION op de lijst variabele
@Calculations@. Binnen de ITERATION controleren we ook of er kosten aanwezig zijn,
