Gebruikershandleiding
xiii
Toebehoren
■ De printer is blootgesteld aan water.
■ Een onderdeel van de printer is beschadigd.
Onderhoudsveiligheid
■ Probeer geen onderhoudsprocedures uit te voeren die niet specifiek zijn
beschreven in de documentatie die bij uw printer is geleverd.
■ Gebruik geen schoonmaakmiddelen in spuitbussen. Het gebruik van
niet-goedgekeurd toebehoren kan slechte prestaties en gevaarlijke situaties tot
gevolg hebben.
■ Verwijder geen kappen of beschermplaten die met schroeven zijn vastgemaakt,
tenzij u optionele apparatuur installeert en specifieke instructies hebt ontvangen
om dit te doen. Als dergelijke installaties worden uitgevoerd, moet de printer zijn
UITgeschakeld (OFF). Buiten de door de gebruiker te installeren opties, bevinden
zich achter deze kappen geen onderdelen die u kunt onderhouden of waaraan u
service kunt verlenen.
Bedieningsveiligheid
Uw printer en toebehoren zijn ontworpen en getest om aan strenge veiligheidseisen te
voldoen. Hieronder vallen onderzoek en goedkeuring door veiligheidsinstanties en
naleving van ingestelde milieunormen.
Het opvolgen van de volgende veiligheidsrichtlijnen verzekert ononderbroken veilige
werking van uw printer.
■ Gebruik specifiek voor de printer ontworpen materialen en toebehoren. Gebruik van
niet-geschikte materialen kan in slechte prestaties en gevaarlijke situaties resulteren.
■ Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen op die zijn aangegeven op, of geleverd
bij de printer, opties en toebehoren.
■ Zet de printer in een stofvrij gebied met een temperatuurbereik van 10º C tot 32º C
(50º F tot 90º F) en een relatieve vochtigheid van 10 tot 85 procent.
Zet de printer in een gebied met voldoende ruimte voor ventilatie, bediening en
onderhoud. De aanbevolen minimale afstand is:
■ 45,72 cm (18 inch) boven de printer
■ 10,16 cm (4 inch) achter de printer
■ 10,16 cm (4 inch) aan elke zijde van de printer
■ onbeperkte toegang aan de voorkant van de printer, voor toegang tot de laden
Bedek of blokkeer de sleuven en openingen in de printer niet. Bij onvoldoende ventilatie
kan de printer oververhit raken.
■ Plaats de printer op een vlakke ondergrond (niet meer dan 3 graden schuin).
■ Gebruik de printer voor optimale prestaties op hoogtes onder 2.400 meter (7.874 voet).
■ Zet de printer niet in de buurt van een warmtebron.
■ Stel de printer niet bloot aan direct zonlicht.
■ Zet de printer niet in de koude luchtstroom van een airconditioningssysteem.