Installatie en instellingen
36 Xerox
®
WorkCentre
®
6655-multifunctionele kleurenprinter
Handleiding voor de gebruiker
De printer fysiek op het netwerk aansluiten
Gebruik een Ethernetkabel van het type Category 5 of beter om de printer op het netwerk aan te
sluiten. Een Ethernet-netwerk wordt gebruikt voor een of meer computers en ondersteunt vele
printers en systemen gelijktijdig. Een Ethernet-aansluiting verschaft rechtstreeks toegang tot
printerinstellingen via CentreWare Internet Services.
De printer aansluiten:
1. Sluit het netsnoer op de printer aan en steek de stekker in het stopcontact.
2. Sluit een uiteinde van een Ethernetkabel van het type Category 5 of beter aan op de
Ethernetpoort op de printer. Sluit het andere uiteinde van de Ethernetkabel op een correct
geconfigureerde netwerkpoort op een hub of router aan.
3. Schakel de printer in.
Opmerking: Voor meer informatie over het configureren van draadloze netwerkinstellingen
raadpleegt u de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op
www.xerox.com/office/WC6655docs.
Via USB verbinding maken met een computer
Voor het gebruik van USB hebt u Windows 7, Windows Server 2003 en later of Macintosh OS X versie
10.7 en later nodig.
De printer op de computer aansluiten met een USB-kabel:
1. Zorg dat de printer uitstaat.
2. Sluit het B-uiteinde van een standaard A/B USB 2.0-kabel aan op de USB-poort aan de
achterkant van de printer.
3. Sluit het netsnoer aan op de printer en steek de stekker in het stopcontact. Zet de printer aan.
4. Sluit het A-uiteinde van de USB-kabel aan op de USB-poort van de computer.
5. Wanneer het venster Wizard Nieuwe hardware verschijnt annuleert u dit venster.
U bent klaar om de printerstuurprogramma's te installeren. Zie De software installeren op
pagina 41 voor meer informatie.
Aansluiten op een telefoonlijn
1. Zorg dat de printer uitstaat.
2. Sluit een standaard RJ11-kabel nr. 26 American Wire Gauge (AWG) of groter aan op de lijnpoort
aan de achterkant van de printer.
3. Sluit het andere uiteinde van de RJ11-kabel op een werkende telefoonlijn aan.
4. Schakel de faxfuncties in en configureer ze.
Opmerkingen:
• Niet alle vermelde opties worden ondersteund door alle printers. Sommige opties zijn alleen
beschikbaar bij een specifiek(e) printermodel, configuratie, besturingssysteem of type
driver.
• De faxfunctie werkt het best met een analoge telefoonlijn. Voice-Over Internet Protocols
(VOIP's) zoals FIOS en DSL worden niet ondersteund.
Voor meer informatie raadpleegt u de System Administrator Guide (Handleiding voor de
systeembeheerder) op www.xerox.com/office/WC6655docs.