Bezig met afdrukken
Xerox
®
WorkCentre
®
6655-multifunctionele kleurenprinter 85
Handleiding voor de gebruiker
12. Selecteer de opdracht die u wilt afdrukken uit de opdrachtenlijst op het bedieningspaneel van de
printer.
13. Klik op OK.
Als de opdracht is opgeslagen, kunt u de opdracht naar wens afdrukken. Zie Afdrukken vanuit
Opgeslagen opdrachten op pagina 87 voor meer informatie.
Een privé opgeslagen afdrukopdracht verzenden
1. Selecteer Opgeslagen opdracht in de lijst Opdrachttype op het tabblad Afdrukopties.
2. Voer in het venster Opslagen opdracht voor Opdrachtnaam een van de volgende handelingen
uit:
− Typ een naam voor de opdracht.
− Klik op de pijl rechts van het veld en selecteer een naam uit de lijst.
− Klik op de pijl rechts van het veld en selecteer Documentnaam gebruiken om de naam van
het document te gebruiken.
Opmerking: De printerdriver bewaart 10 namen. Wanneer een 11e naam wordt toegevoegd,
wordt de minst gebruikte naam automatisch uit de lijst verwijderd. Selecteer Lijst wissen om
namen behalve de geselecteerde naam uit de lijst te verwijderen.
3. In het veld Opslaan in of Mapnummer geeft u op waar u het bestand op de printer wilt opslaan.
Voer een van de volgende handelingen uit:
− Typ de naam van de bestemmingsmap.
− Klik op de pijl rechts van het veld en selecteer een mapnaam in de lijst.
− Klik op de pijl rechts van het veld en selecteer Standaard openbare map.
4. Om de opdracht nu af te drukken en ook op te slaan, schakelt u het selectievakje Afdrukken en
opslaan in.
5. Selecteer Privé om uw opdracht op de printer op te slaan.
6. Typ een toegangscode in het veld Toegangscode. De toegangscode is gekoppeld aan uw
gebruikersnaam. Wanneer een toegangscode is ingesteld, wordt dit de standaardtoegangscode
voor iedere afdrukopdracht op alle Xerox
®
-printers waarvoor een toegangscode wordt vereist. U
kunt de toegangscode te allen tijde wijzigen uit ieder venster dat de toegangscode vermeld.
7. Voer in het veld Toegangscode bevestigen de toegangscode nogmaals in.
8. Klik op OK.
9. Controleer of het formaat, de soort en het gewicht van het papier kloppen. Zo niet, wijzig dan de
papierinstellingen.
10. Selecteer een optie voor 2-zijdig afdrukken.
11. Selecteer een afdrukkwaliteitsmode.
12. Selecteer een ander tabblad of klik op OK.
13. Selecteer de opdracht die u wilt afdrukken uit de opdrachtenlijst op het bedieningspaneel van de
printer.
14. Klik op OK.
Als de opdracht is opgeslagen, kunt u de opdracht naar wens afdrukken. Zie Afdrukken vanuit
Opgeslagen opdrachten op pagina 87 voor meer informatie.