N9910016 Installatiehandleiding Totaléco en Totaléco Turbo Index: T 137 Pagina : 15/25
2-4 IRRIGATIE, EVACUATIE VAN HET CONDENS
- Irrigatie :
Controleer of de condens warmtewisselaar in alle gevallen permanent geïrrigeerd wordt. Een
veiligheidsklep moet geplaatst worden op de hiervoor voorziene opening, op de wateruitgang.
Controleer of deze laatste goed aangesloten is op de afvoer. Een maximaalthermostaat aan
110°C met handmatig resetten, is nodig. Men moet de aanwezigheid controleren van een
bezinkpot op de aflopen met filters en een efficiënte ontgassinginrichting op het hoog punt.
Plaats een debietcontroleur om de goede irrigatie van de wisselaar op te sporen voordat u de
brander start.
- Evacuatie van het condens :
De evacuatie moet verplicht via een Pvc-buis gebeuren, minimum diameter 32 mm, zonder
ventielafsluiting. Als er een sifon aanwezig is, moet deze toegankelijk zijn.
- Vullen van het verwarmingscircuit :
In geval van behandeling van het toegevoerd water, is het noodzakelijk alle voorzorgen te
nemen om te vermijden dat het behandeld water agressief wordt en eventueel
corrosiefenomenen kan veroorzaken.
2-5 EERSTE INGEBRUIKNAME
Er zeker van zijn dat alle verbrandingsproducten, die door de wisselaar heen gaan, afkomstig
zijn van de verbranding van natuurlijk gas.
De waterdichtheid van de verbrandingsgassen aan de ingang en de uitgang van de
warmtewisselaar controleren.
De goede afvloeiing van het condens met de meest lage temperaturen van de waterafloop
controleren.
2-6 SPECIFICATIES VAN DE WARMTEWISSELAAR MET DUBBELTRAPS SYSTEEM
(voorverwarming van sanitair water)
Om een waterdistributie van niet meer dan 60°C te garanderen, zoals vereist door de van
kracht zijnde DTU 60.1, controleer de aanwezigheid van de veiligheidsinrichtingen:
- ventiel 3 kanalen op de uitgang van de ballon dat een bypass van het koud water naar de
mengkraan toelaat.
- veiligheidsventiel,
- debietcontrole van de spoelpomp die de circulatie tussen de ballon en de condensor
verzekert.