8
Bediening
Bedieningspaneel
1 Toets “AAN/UIT”
Door het indrukken van deze toets schakelt u de
machine AAN en UIT.
2 Controlelampje
Dit lampje brandt als de machine INgeschakeld is en
gaat uit als de machine UITgeschakeld wordt.
3 Toets “lage temperatuur”
Druk deze toets voortijds in als u fijne was gaat
drogen.
Het betreffende lampje licht op.
4 Toets “zoemer uit”
Druk deze toets voortijds in als u niet wilt dat de
machine tijdens de antikreukfase een zoemtoon laat
horen.
5 Toets “start”
Na instelling van het programma drukt u op deze
toets om het programma te starten.
Indien de deur tijdens de afwerking van het
programma geopend wordt, moet deze toets na
het sluiten van de deur weer ingedrukt worden
om het programma voort te zetten.
De start-toets moet ook ingedrukt worden als een
stroomonderbreking geweest is. In beide gevallen
knippert het lampje of al naar de lopende
fase.
6 Indicatie van het programmaverloop
De lampjes geven volgende functies aan:
Controlelampje “drogen”
Dit lampje geeft aan dat de machine in de droogfase
is.
Controlelampje “afkoelen”
Dit lampje geeft aan dat de machine in de afkoelfase
is. Deze fase duurt 10 minuten.
Als het controlelampje of knippert dan
betekent dat dat de START-toets ingedrukt moet
worden om het programma opnieuw te starten.
Controlelampje “einde programma”
Dit lampje knippert aan het einde van de afkoelfase
en gedurende de antikreukfase.