49
NEDERLANDS
Wassen en aansluitend
drogen
(NON-STOP-gebruik)
Droogtijd of droogheidsgraad moeten reeds bij
instellen van het wasprogramma gekozen worden.
De ingestelde droogtijd of droogheidsgraad kunnen
tijdens het wasproces gewijzigd worden. Daartoe
toets START/PAUZE indrukken, nieuwe droogtijd of
droogheidsgraad instellen en nogmaals toets
START/PAUZE indrukken om het programma voort
te zetten.
NON-STOP-gebruik is alleen mogelijk in de
programma’s WITTE/BONTE WAS en
SYNTHETICA.
Belading:
- witte/bonte was max. 2,5 kg
- synthetica max. 2,0 kg
1. Wasgoed in de machine doen.
2. Was-/nabehandelingsmiddel doseren.
3. Machine inschakelen (toets AAN/UIT indrukken).
4. Wasprogramma instellen.
5. Eventueel extra functie kiezen.
Centrifugetoerental liever niet reduceren, om zo
energie te besparen en de droogtijd zo kort
mogelijk te maken.
6. Droogtijd of droogheidsgraad instellen.
7. Toestel starten (toets START/PAUZE indrukken).
Het wasgoed wordt nu automatisch gewassen en
aansluitend gedroogd.
Als de aangegeven tijd is afgelopen, is het was-
/droogprogramma beëindigd.
8. Programmakiezer op ANNULEREN draaien en
toestel uitschakelen door toets AAN/UIT in te
drukken.
9. Wasgoed uit de machine nemen.
Drogen
Alleen drogen
Belading:
- witte/bonte was max. 2,5 kg
- synthetica max. 2,0 kg
Tijdens het drogen moet de waterkraan geopend
zijn en moet de afvoerslang in een gootsteen of
badkuip hangen.
1. Toestel inschakelen (toets AAN/UIT indrukken).
2. Droogprogramma kiezen, afhankelijk van
textielsoort.
3. Bij drogen met tijdsinstelling toets DROOGTIJD
zo vaak indrukken, tot de gewenste droogtijd in
het multidisplay wordt aangegeven.
4. Bij elektronisch drogen de toets van de gewenste
droogheidsgraad indrukken.
5. Toestel starten door toets START/PAUZE in te
drukken.
6. Aan het einde van het programma de
programmakiezer op ANNULEREN draaien en
het toestel uitschakelen door toets AAN/UIT in te
drukken.
7. Wasgoed uit de machine nemen.