ren van diepvriesartikelen als voor het zelf invriezen van verse levensmiddelen als voor het maken van ijsblokjes.
A. Thermostaatknop
B. Snelvries-schakelaar
C. Kontrolelampje «Invries-stand»
D. Kontrolelampje «in bedrijf»
E. Kontrolelampje «te warm»
Ingebruikname
Steek de steker in de wandkontaktdoos. Het kontrole-
lampje licht op; dit geeft aan dat het apparaat onder
spanning staat.
Draai de thermostaatknop, rechtsom uit de stand «
O
»
(STOP-stand).
De koelkast is nu in werking.
U schakelt het apparaat uit door de thermostaatknop
op stand «
O
» te draaien.
Temperatuurinstelling
De temperatuur wordt automatisch geregeld en kan
verhoogd worden (minder koud) door de knop naar
een lager cijfer te draaien of verlaagd worden (kouder)
door de knop naar een hoger cijfer te draaien. Bij het
instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te
houden dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk
is van:
de kamertemperatuur;
de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
de plaats van het apparaat.
Wij adviseren u de knop aan vankelijk op de mid-
den-stand te draaien.
De werking van de kast kan geheel gestopt worden
door de knop in de stand «
O
» te draaien.
Snelvriezen
Schuif de schakelaar (B) naar links op de «S»-stand
(Super).
Het lampje (C) licht op.
Het kontrolelampje «te warm»
Indien het kontrolelampje (E) oplicht, dan wordt hier-
door aangegeven dat de inwendige temperatuur on-
veilig voor het bewaren van diepvriesartikelen gewor-
den is.
Bij de eerste ingebruikname, of na een schoonmaak-
beurt, blijft het kontrolelampje branden totdat de in-
wendige temperatuur het veilige nivo bereikt heeft.