●
Het elektronische stabilisatie-controlesysteem is
in werking getreden. Het wasgoed wordt, doordat
de draairichting van de trommel gewijzigd wordt,
losgemaakt, beter verdeeld en er wordt opnieuw
met centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk
het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven is
en het centrifugeren definitief afgewerkt kan
worden, eventueel met een lager toerental als het
wasgoed nog niet goed verdeeld is.
●
Het centrifugeren begint traag of
het wasgoed wordt niet
voldoende gecentrifugeerd:
●
De machine heeft een modern aandrijfsysteem,
dat in vergelijking met oudere wasautomaten een
afwijkend geluid maakt. Het nieuwe
aandrijfsysteem maakt de trage aanloop bij
centrifugeren mogelijk. Hierdoor wordt de
stabiliteit verbeterd.
●
De machine maakt een
ongewoon geluid:
● De deur kan niet geopend
worden:
●
Is de machine in bedrijf?
●
Is de deur nog vergrendeld? Het deur-
controlelampje brandt nog.
●
Het waterniveau in de machine komt boven de
onderkant van de deur uit.
●
De machine is aan het verwarmen.
● Het wasresultaat is niet als
gewoonlijk:
●
Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel
gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het
wasgoed en tot kalkaanslag in het apparaat.
Nauwkeuriger doseren!
●
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
●
Hebt u het juiste programma en de juiste
temperatuur gekozen?
●
Is de machine overbeladen?
● Na beëindiging van het
programma zijn op het wasgoed
witte wasmiddelresten te zien:
●
Hierbij gaat het meestal om onoplosbare
bestanddelen van moderne wasmiddelen. Ze zijn
niet het gevolg van een onvoldoende spoeleffect.
Mogelijke oplossingen: uitborstelen of
uitschudden, evt. ook het wasgoed binnenste
buiten wassen.
Storingen Mogelijke oorzaken
● Na de laatste spoelgang is nog
schuim zichtbaar:
●
Moderne wasmiddelen kunnen ook in het laatste
spoelwater nog schuim veroorzaken, wat echter
geen invloed op het spoelresultaat heeft.
Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen,
neem dan contact op met onze service-afdeling.
Noteer, voor u gaat telefoneren, merk,
modelnummer en aankoopdatum van uw machine;
de service-afdeling zal u er om vragen.
● De machine droogt niet of het
wasgoed is te vochtig.
●
De waterkraan is gesloten. (E10)
●
Pluizenfilter verstopt. (E20)
●
Droogtijd of droogheidsgraad niet ingesteld.
●
Geen passende droogtijd gekozen.
●
Te veel goed in de machine gedaan.