18
ENTRETIEN
DŽbranchez lÕappareil avant toute
opŽration.
Attention
Cet appareil contient des hydrocarbures dans son
circuit de rŽfrigŽration; lÕentretien et la recharge ne
doivent donc •tre effectuŽs que par du personnel
autorisŽ.
Nettoyage intŽrieur
N'utilisez jamais des objets mŽtalliques pour
nettoyer l'appareil; vous risquez de l'endommager.
A l'occasion d'un dŽgivrage complet, lavez I'intŽrieur
avec de l'eau ti•de et du bicarbonate, rincez et
sŽchez soigneusement.
Nettoyage extŽrieur
Lavez la carrosserie avec de l'eau ti•de
savonneuse. Passez de temps en temps un produit
ˆ polir. DŽpoussiŽrez le condenseur situŽ ˆ l'arri•re
de l'appareil ˆ l'aide d'une brosse ou d'un aspirateur.
Une accumulation de poussi•re risquerait de
diminuer le rendement de l'appareil.
Arr•t prolongŽ
Lorsque l'appareil doit rester ˆ l'arr•t pendant un
certain temps, prenez les prŽcautions suivantes:
dŽbranchez la prise de courant;
videz l'appareil;
dŽgivrez-le et nettoyez-le ˆ fond;
laissez les portes entrouvertes pour faire circuler de
l'air, de fa•on ˆ Žviter les mauvaises odeurs.
Changement de lÕampoule
LÕampoule dÕŽclairage dans le compartiment
rŽfrigŽrateur est accessible si on effectue les
opŽrations suivantes:
¥ dŽvissez la vis de fixation du plafonnier;
¥ dŽcrochez la partie mobile en exer•ant une
pression sur celle-ci comme indiquŽ dans la
figure.
Lorsque la porte est ouverte, si lÕampoule
ne sÕallume pas, il faut contr™ler quÕelle
soit bien vissŽe; si cela nÕŽlimine pas le
probl•me, mettre une autre ampoule qui
ait la m•me puissance.
La puissance maximale est indiquŽe sur le
diffuseur.
27
Reiniging van de binnenkant
Voor u de kast in gebruik neemt, dient u de
binnenkant met lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel te reinigen om de typische geur
van een nieuw apparaat weg te nemen. Droog
vervolgens de wanden goed af.
Gebruik geen schurende schoonmaak-
middelen, waarmee u de afwerkingen van
het apparaat zou kunnen beschadigen.
Ingebruikname
Steek de steker in de wandkontaktdoos.
Open de deur en draai de thermostaatknop,
rechtsom uit de stand ÇOÈ (STOP-stand).
De koelkast is nu in werking.
HET GEBRUIK
Temperatuurinstelling
De temperatuur wordt automatisch geregeld en kan
verhoogd worden (minder koud) door de knop naar
een lager cijfer te draaien of verlaagd worden
(kouder) door de knop naar een hoger cijfer te
draaien. Bij het instellen van de juiste stand dient u
er rekening mee te houden dat de temperatuur in
het apparaat afhankelijk is van:
¥ de kamertemperatuur;
¥ de frequentie waarmee de deuren geopend
worden;
¥ de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
¥ de plaats van het apparaat.
Wij adviseren u de knop aanvankelijk op de
midden-stand te draaien.
Attentie
Het kan voorkomen dat, indien de
thermostaatknop in de koudste stand gedraaid
is, bijvoorbeeld ten gevolge van zeer warme
omgevingstemperatuur of het snel willen koelen
van grote hoeveelheden dranken, de
compressor continu loopt, waardoor
automatische ontdooiing van de koelverdamper
niet plaatsvindt en zich daarop ijs afzet. Draai, in
dat geval, de thermostaatknop naar een wat
minder koude stand, zodat automatische
ontdooing kan plaatsvinden; hierdoor spaart u
tevens energie.
Het invriezen van verse
levensmiddelen
In het -diepvriesvak kunt u verse levensmiddelen
invriezen en diepvriesproducten bewaren.
Voor het invriezen kunt u de thermostaatknop op de
gebruikelijke stand laten staan. Wilt u sneller
invriezen, dan dient u de thermostaatknop op de
koudste stand te draaien. In deze stand kan de
temperatuur in het koelvak echter beneden 0¡C
dalen.
In dat geval dient u de knop op een minder koude
stand te draaien.
Bewaren van diepvriesproducten
Indien u de koelkast voor het eerst in gebruik neemt
of haar weer gebruikt na een periode van stilstand,
dient u de thermostaatknop op de koudste stand te
draaien. Plaats vervolgens de diepvriesproducten na
twee uur in de kast en draai de thermostaat terug
naar de gebruikelijke stand.
Neem de volgende regels in acht:
als u grote hoeveelheden voedsel moet invriezen,
kunt u alle laden en manden uit het apparaat
verwijderen en het voedsel direct op de koelplaten
leggen. Let erop dat u de maximum belading
niet overschrijdt, deze vindt u op de zijkant van het
bovengedeelte (indien voorzien).
Belangrijk
Open de vriesvakdeur niet tijdens stroomuitval.
Wij adviseren u om na een stroomuitval de
diepvries-produkten in korte tijd te konsumeren
(een temperatuurstijging verkort de
houdbaarheidsduur van de produkten). De
normale houdbaarheid wordt niet aangetast
indien de stroomuitval kort was (minder dan 6-8
uur) en het vriesvak vol is.
Het ontdooien van ingevroren
produkten
De diepvriesprodukten moet u v——r gebruik in de
koelkast of bij kamertemperatuur laten ontdooien, al
naar gelang de beschikbare tijd.
Kleine of in stukken ingevroren produkten kunnen
onmiddellijk gekookt of gebakken worden. De kook-
of baktijd zal dan natuurlijk iets langer zijn.