33
NEDERLANDS
INSTALLATIE
Plaatsen
Deze wasdroger vraagt om een goed
geventileerd vertrek, omdat het apparaat
warme, zeer vochtige lucht produceert.
Er moet een mogelijkheid zijn om een venster te
openen of een afzuigventilator in te schakelen.
Een betere methode is het aanbrengen van een
luchtafvoerslang naar buitenshuis.
De ruimte rondom de wasdroger moet zo veel
mogelijk stofvrij gehouden worden.
De wasdroger kan op iedere soort vloer
geplaatst worden. Belangrijk is echter dat hij
waterpas opgesteld wordt. Daartoe dienen de
stelvoeten.
De voeten mogen niet verwijderd worden.
De droger moet voortdurend verse lucht aan
kunnen zuigen. Zodoende moet u ervoor zorgen
dat het rooster aan de achterkant niet door
obstakels in z’n ventilatiefunctie belemmerd kan
worden.
Bij onvoldoende ventilatie kan zich een
opeenhoping van warmte voordoen, hetgeen
schade aan de motor kan veroorzaken.
Onder de bodem van de machine moet een vrije
luchtstroming gewaarborgd zijn. Hoogpolig
tapijt, bijvoorbeeld, kan de luchtstroom
belemmeren, wat de machine schade toe kan
brengen.
Belangrijk: De temperatuur in het vertrek waar
de droger staat mag tijdens de werking, + 35° C
niet overschrijden.
Afvoer van de vochtige lucht
De luchtafvoer kan zowel aan een zijkant als
aan de achterkant plaatsvinden.
De niet gebruikte openingen moeten met de
meegeleverde deksels afgesloten worden.
Aanbrengen van een luchtafvoerslang
De beste methode om het vocht kwijt te raken is
een afvoer naar buitenshuis. Daarvoor gebruikt
u een flexibele afvoerslang van 100 mm ø,
welke u door middel van de meegeleverde
adapter «A» op één van de afvoeropeningen
aansluit. De afvoerslang is verkrijgbaar bij
ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
De droger verlaat de fabriek met de luchtafvoer
aan de rechterkant klaar voor het aanbrengen
van de luchtafvoerslang. Als u de slang aan de
linkerkant of aan de achterzijde wilt verbinden,
dient u contact op te nemen met de ELGROEP
FABRIEKSSERVICE
Hoe langer de slang en hoe kouder het vertrek, hoe
groter de kans is dat in de slang vocht tot water
condenseert. U kunt voorkomen dat het water zich
ergens in de slang verzamelt of mogelijk zelfs terug
in de droger loopt: prik een gaatje (3 mm) in het
laagste punt van de slang en zet of hang er een
bakje onder (zie figuur punt «B»).
Houd de slang zo kort mogelijk en met zo weinig
mogelijk bochten. Een erg lange slang beïnvloedt de
werking van de wasdroger nadelig en geeft kans op
vorming van condenswater binnen de slang.
Sluit de afvoerslang niet op een
bestaand kanaal aan.
De luchtverversing moet tenminste 150 m
3
/h kunnen
bedragen.
De andere kant van de slang sluit u aan op een
muur- of vensterdoorvoer. Dat doet u zodanig dat er
geen regenwater in kan lopen; dus overkappen of
naar buiten toe omlaag richten.