48
Raadgevingen voor bakken en braden
Het vlees kan op een schotel geplaatst worden die voor
het braden in de oven geschikt is of direct op het rooster,
waaronder de lekschaal zal worden geplaatst om de jus
te verzamelen. Het rooster moet zoals in fig. 2 getoond
ingevoegd worden. Laat vlees na braden minstens 15
minuten staan alvorens het aan te snijden. Hiermee
wordt het verloren gaan van vleesnat voorkomen. Doe
wat water in de lekschaal om het ontstaan van rook,
door het verbranden van vet te vermijden. Herhaal dat
af en toe om condensvorming tegen te gaan.
Raadgevingen voor bakken en braden
Gebak vergt doorgaans een matige temperatuur (150-
200 °C), daarom moet de oven ongeveer 10 minuten
voorverwarmd worden.
Open tijdens het bakken de ovendeur niet, voordat
driekwart van de baktijd verstreken is. Gebak dat
gegarneerd wordt eerst tweederde van de baktijd laten
bakken en pas daarna garneren en afbakken. De
resterende baktijd hangt sterk af van de soort en
hoeveelheid van de garnituur. Roerdeeg moet moeilijk
van de lepel gaan anders wordt de baktijd onnodig lang
door teveel aan vocht.
Bij gebruik van twee bakblikken moet een richel
vrijgelaten worden.
Het gebruik van de grill
Bijna alle vleessoorten kunnen gegrilleerd worden,
behalve rollades, gehakt vlees en bepaalde stukken
mager wild.
Vlees en vis aan beide kanten met olie invetten en op
het grillrooster leggen. De richelhhoogte hangt af van
het soort vlees.
De lekschaal moet in eerste richel van onderaf geschoven
worden. Bij het grilleren verdient het aanbeveling om
eerst een beetje water in de lekschaal te doen, zodat het
vastbakken van afdruipend vet wordt voorkomen.
De beveiligingsthermostaat
Voor de veiligheid van de gebruiker is de oven voorzien
van een beveiligingsthermostaat. Bij een eventueel
optredend defect van de hoofdthermostaat met als
gevolg oververhitting schakelt deze beveiligings-
thermostaat de oven uit.
Als dit onverhoopt een keer gebeurt, probeer dan onder
geen voorwaarde de oven zelf te repareren, maar
waarschuw direkt Elgroep Fabrieksservice.
De koelventilator
De oven is uitgerust met een koelventilator welke de
elektrische schakeldelen, de bedieningsknoppen en de
deurgreep tijdens de werking koelt.
Teneinde oververhitting te vermijden blijft, na het
uitschakelen van de oven, de ventilator draaien tot de
temperatuur voldoende is gedaald.