18
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van
waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de
daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Indien dit apparaat in de plaats van een oud model met haak- of veersluiting opgesteld wordt, dan is
het raadzaam de sluiting van het oude apparaat, dat terzijde gezet wordt, onbruikbaar te maken.
Hiermee wordt voorkomen dat spelende kinderen zich erin opsluiten, hetgeen levensgevaarlijk is.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Algemene veiligheid
¥
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om
kinderen het apparaat te laten bedienen of als
speelgoed te laten gebruiken.
¥
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te
veranderen.
¥
Neem v——r u aan ontdooien, schoonmaak-
werkzaamheden of het verwisselen van het,
eventueel aanwezige, verlichtingslampje begint
altijd de steker uit het stopcontact.
¥
Dit apparaat is zwaar. Delen van randen aan
achter- en onderkant kunnen scherp zijn. Wees
voorzichtig bij het tillen.
¥
Plaats NOOIT explosieve stoffen in het apparaat,
zoals gasvullingen, benzine, ether, aceton
enzovoorts.
¥
Het direct vanuit een vriesvak, vriesgedeelte of
vriezer consumeren van ijslollies en dergelijke,
kan verbranding van de mondhuid tot gevolg
hebben; wacht even.
AFDANKEN. Verwijder de deur(en) of het deksel en
knip het aansluitsnoer af, zodat, in afwachting van
wegbrengen of weghalen, spelende kinderen er zich
niet in op kunnen sluiten of aan een elektrische
schok bloot kunnen staan.
Heel goed oppassen, tijdens het verplaatsen, dat
de delen van het koelcircuit niet zodanig worden
beschadigd, dat de koelvloeistof naar buiten zou
kunnen lekken.
Plaats het apparaat niet in de nabijheid van een
centrale verwarming of een gasfornuis.
Laat het apparaat niet langdurig in direct
zonlicht staan.
Zorg dat er voldoende lucht aan de achterkant
van het apparaat kan circuleren. Vermijd schade
aan de koelkringloop.
AllŽŽn voor diepvrieskasten (uitgezonderd
ingebouwde): het apparaat kan zeer goed in de
kelder geplaatst worden.
Plaats elektrische apparaten (bijv. ijsmachines)
nooit in de kast.
Onderhoud / Reparatie
¥
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie of het aansluitsnoer,
ten behoeve van de installatie van dit apparaat,
mag uitsluitend door een daartoe bevoegd
persoon uitgevoerd worden. Het betreffende
stopcontact dient, ook na eventuele onder- of
inbouw, gemakkelijk bereikbaar te zijn.
Werkzaamheden welke door personen zonder de
noodzakelijke kennis uitgevoerd worden, kunnen
schade of letsel tot gevolg hebben.
¥
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden
uitvoeren door de ELGROEP
FABRIEKSSERVICE en laat geen andere dan
originele DISTRIPARTS onderdelen plaatsen.
¥ Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de
koudekringloop; het onderhoud en het bijvullen
dient daarom uitsluitend door door het bedrijf
aangewezen deskundig personeel uitgevoerd te
worden.
¥
Tracht, in geval van storing of een defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke
door niet-deskundige personen uitgevoerd
worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
Gebruik
¥ Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn
uitsluitend bedoeld voor het bewaren en/of
invriezen van eet- of drinkbare producten.
¥ De beste resultaten worden bereikt bij een
omgevingstemperatuur tussen +18¡C en +43¡C
(klasse T); tussen +18¡C en 38¡C (klasse ST);
tussen +16¡C en 32¡C (klasse N); +10¡C en
32¡C (klasse SN); de klasse staat op het
kenplaatje vermeld.
Attentie: u dient niet alleen rekening te houden
met de omgevingstemperatuur voor dit type
product maar tevens met de volgende
aanwijzingen: wanneer de
omgevingstemperatuur onder de aangeduide
Gedrukt op kringlooppapier
19
minimum waarde daalt, wordt de
conserveringstemperatuur in het vriesvak niet
meer gegarandeerd; u kunt de bewaarde
levensmiddelen dan het beste zo snel mogelijk
nuttigen.
¥ Volg de raadgevingen van de fabrikant op met
betrekking tot waar en hoe u spijzen en dranken
bewaart of invriest. Ontdooide diepvriesproduc-
ten mogen, om gezondheidsredenen, niet
wederom ingevroren worden.
¥ De vriezende binnenwanden of -vlakken in het
apparaat bevatten koelmiddel. Plaats geen
scherpe voorwerpen tegen zoÕn wand of vlak en
schraap evenmin met metalen voorwerpen rijp of
ijs af. Lekkage ken het gevolg zijn, hetgeen een
onherstelbare schade aan het apparaat en
bederf van de levensmiddelen veroorzaakt.
¥ Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende
dranken in het vriesvak, het vriesgedeelte of de
vriezer; de blikjes of flesjes kunnen door
bevriezing van de inhoud exploderen.
Installatie
¥ Overtuig u er van dat het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
¥ De warmte welke het apparaat aan de spijzen en
dranken ontrekt, moet onbelemmerd aan de
omgeving afgestaan kunnen worden. Slechte
ventilatie onder, achter en boven het apparaat
resulteert in slechte koel-en/of vriesrestaties door
ongewild tijdelijk iutschakelen van de kompressor
of onjuiste werking van de absorptieunit .
¥ Plaats het apparaat met zÕn achterkant zo dicht
mogelijk bij een muur. Hiermee voorkomt u
verbrandingsletsel door aanraking van hete tot
zeer hete delen.
¥ Afhankelijk van de wijze van transport kan olie
vanuit de compressor in het koelcircuit gevloeid
zijn. Wacht, na het plaatsen van het apparaat,
ten minste een half uur alvorens de steker in het
stopcontact te steken. Na achteroverliggend
vervoer ten minste een halve dag. Daarmee
geeft u de olie de gelegenheid in de compressor
terug te vloeien. Apparaten welke van een
absorptie-unit voorzien zijn kunnen direct in
bedrijf genomen worden. Controleer cirka 24 uur
na het in bedrijf stellen of het apparaat naar
behoren werkt.
Milieubescherming
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in
de isolatie, geen ozononvriendelijke stoffen.
Het apparaat mag niet samen met huisvuil of
gesloopte apparaten weggegooid worden.
Afgedankte koel- en vriesapparaten moeten
volgens de plaatselijke regelingen op
deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij
uw gemeente naar de mogelijkheden in uw
woonplaets.
Vermijd dat het koelcircuit wordt beschadigd,
vooral aan de achterkant in de buurt van de
warmtewisselaar.
De materialen in dit apparaat die voorzien zijn
van het symbool zijn geschikt voor recycling.