16
ENTRETIEN
DŽbranchez lÕappareil avant toute
opŽration.
Attention
Cet appareil contient des hydrocarbures dans son
circuit de rŽfrigŽration; lÕentretien et la recharge ne
doivent donc •tre effectuŽs que par du personnel
autorisŽ.
Nettoyage intŽrieur
N'utilisez jamais des objets mŽtalliques pour
nettoyer l'appareil; vous risquez de l'endommager.
A l'occasion d'un dŽgivrage complet, lavez I'intŽrieur
avec de l'eau ti•de et du bicarbonate, rincez et
sŽchez soigneusement.
Nettoyage extŽrieur
Lavez la carrosserie avec de l'eau ti•de
savonneuse. Passez de temps en temps un produit
ˆ polir. DŽpoussiŽrez le condenseur situŽ ˆ l'arri•re
de l'appareil ˆ l'aide d'une brosse ou d'un aspirateur.
Une accumulation de poussi•re risquerait de
diminuer le rendement de l'appareil.
Arr•t prolongŽ
Lorsque l'appareil doit rester ˆ l'arr•t pendant un
certain temps, prenez les prŽcautions suivantes:
dŽbranchez la prise de courant;
videz l'appareil;
dŽgivrez-le et nettoyez-le ˆ fond;
laissez les portes entrouvertes pour faire circuler de
l'air, de fa•on ˆ Žviter les mauvaises odeurs.
Changement de lÕampoule
LÕampoule dÕŽclairage dans le compartiment
rŽfrigŽrateur est accessible si on effectue les
opŽrations suivantes:
¥ dŽvissez la vis de fixation du plafonnier;
¥ dŽcrochez la partie mobile en exer•ant une
pression sur celle-ci comme indiquŽ dans la
figure.
Lorsque la porte est ouverte, si lÕampoule
ne sÕallume pas, il faut contr™ler quÕelle
soit bien vissŽe; si cela nÕŽlimine pas le
probl•me, mettre une autre ampoule qui
ait la m•me puissance.
La puissance maximale est indiquŽe sur le
diffuseur.
29
STORING
Indien het apparaat niet of niet goed funkioneert,
kontroleer dan:
¥ of de steker goed in het stopcontact zit;
¥ of de elektriciteit soms uitgevallen is;
¥ of de thermostaatknop op de juiste stand staat;
¥ en indien er water op de bodem van de koeler
ligt, of het afvoerkanaaltje soms verstopt is (zie
hoofdstuk ÒHet ontdooienÓ).
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en
verhelpen,raadpleeg dan de dichtsbijzijnde
servicedienst.
Geef daarbij altijd het model en het typenummer
van de kast op. Deze gegevens vindt u op het
garantiebewijs of op het typeplaatje dat zich
linksonder aan de binnenzijde van het apparaat
bevindt.
Belangrijk:
Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit
metalen voorwerpen; u zou uw koelkast kunnen
beschadigen.
Geen voorwerpen of methodes gebruiken om het
ontdooiproces te versnellen die niet door de
fabrikant zijn aangegeven.
Temperatuurstijging van diepvriesproducten kan
hun houdbaarheidsduur verkorten.
Het ontdooien
Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch
plaats elke keer dat de compressor stopt. Het
dooiwater wordt via een afvoerkanaaltje
opgevangen in een bakje dat zich aan de achterkant
van het apparaat boven de compressor bevindt. Hier
verdampt het water.
Wij raden u aan het gaatje in het afvoerkanaal
regelmatig schoon te maken, teneinde te
voorkomen dat het dooiwater de levensmiddelen
nat maakt. Gebruik voor het doorprikken het
staafje dat zich in het gaatje bevindt.
In het vriesvak dient u echter de rijp te verwijderen,
wanneer deze een laag van circa 4 mm vormt.
Gebruik hiervoor het plastic spatel. Voor het
uitvoeren van deze handeling hoeft u het apparaat
niet uit te schakelen of het vriesvak leeg te maken.
Wanneer zich een dikke laag ijs gevormd heeft,
dient u het gehele apparaat te ontdooien.
Ga als volgt te werk:
1. draai de thermostaatknop op ÇOÈ of trek de
steker uit het stopcontact; omwikkel de
levensmiddelen met meerdere kranten en
bewaar ze op een koele plaats;
2. omwikkel de levensmiddelen met meerdere
kranten en bewaar ze op een koele plaats;
3. laat beide deuren openstaan .
4. droog na het ontdooien het vriesvak zorgvuldig;
5. draai de thermostaatknop in de gewenste stand
of steek de steker weer in het stopcontact.
6. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesproducten
weer terugplaatsen.