16
Waarschuwing!
Het apparaat mag alleen door een erkend elektro-
installateur worden aangesloten.
Verwijder alle verpakkingsonderdelen alvorens de
machine te plaatsen.
Plaats de machine, indien mogelijk, zo dicht mogelijk bij
aansluitingen voor de watertoe- en afvoer.
Inbouw-aanwijzingen
Deze afwasautomaat is bestemd voor inbouw.
Attentie!
Volg bij de montage van het paneel aan de deur en de
inbouw van de afwasautomaat de instructies op het
meegeleverde boorpatroon.
De inbouwnis hoeft niet van ventilatie-openingen voorzien te
worden. Indien de nis van een achterwand voorzien is, dan is
het voldoende om openingen te maken voor het aansluitsnoer,
de toevoerslang en de afvoerslang.
De stelvoetjes met een groot regelbereik bieden de
mogelijkheid de hoogte van de machine te regelen.
Alle ingrepen waarbij inwendige componenten toegankelijk
zijn, moeten worden uitgevoerd wanneer de machine is
afgesloten van het elektriciteitsnet.
Verzeker u ervan dat de watertoevoer- en waterafvoerslang en
het netsnoer niet klem raken of geknikt worden tijdens het
plaatsen van de machine in de inbouwnis.
De afwasmachine waterpas zetten
Een waterpas installatie is van groot belang voor de goede
sluiting en waterdichtheid van de deur.
Verzeker u ervan dat de deur goed sluit, zonder wrijving aan
de zijkanten.
Regel de stelvoetjes zodanig dat de deur perfect sluit.
Bevestigen aan aangrenzende
keukenmeubelen
Om te voorkomen dat de afwasmachine gaat schommelen,
moet hij d.m.v. de meegeleverde steuntjes aan het werkblad,
aan aangrenzende keukenkastjes of aan de muur worden
bevestigd.
Watertoevoer
De machine mag op warm water, tot maximaal 50°C,
aangesloten worden.
Wij adviseren u echter dat niet te doen omdat dan de
afwasresultaten niet altijd goed zullen zijn en daarnaast ook de
koude spoelgangen met warm water gebeuren, zodat van
besparing nauwelijks sprake is.
Wel is de programmaduur aanzienlijk korter, omdat de
noodzakelijke opwarmtijd ontbreekt. Dat is echter tevens één
van de redenen waarom, met name bij sterk bevuilde afwas,
de resultaten niet altijd goed zullen zijn.
De afwasmachine is voorzien van beveiligingen die voorkomen
dat het afwaswater in de drinkwaterleiding kan terugstromen
en die aan de terzake geldende veiligheidseisen voldoen.
Controleer of de waterleidingdruk binnen de in de technische
gegevens aangegeven grenzen ligt.
Voorkom scherpe bochten of knikken in de slang, omdat deze
de doorstroming van water kunnen vertragen of verhinderen.
Het slangeinde dat aan de machine gekoppeld is kan naar
believen gedraaid worden.
Als de machine wordt aangesloten op nieuwe of lange tijd
ongebruikte leidingen, dan is het raadzaam om het water een
paar minuten te laten doorstromen alvorens de
watertoevoerslang op de machine aan te sluiten.
Op deze wijze wordt voorkomen dat de zeef van de
watertoevoerslang door opgehoopt zand of roest verstopt
raakt.
Gebruik een nieuwe slang voor de aansluiting.
Toevoerslang met veiligheidsklep
De veiligheidsklep bevindt zich in het slangeinde dat aan de
waterkraan wordt gekoppeld. Als de slang tijdens het innemen
van water gaat lekken, dan wordt de waterstroom door de
veiligheidsklep gestopt.
Sluit de toevoerslang goed aan:
- De afstand tussen de onderkant van de veiligheidsklep en
de vloer waarop de afwasmachine staat moet minstens 30
cm bedragen.
- De elektrische bedrading voor de veiligheidsklep ligt in de
slang. Dompel de toevoerslang en/of de veiligheidsklep niet
in water.
- Als de toevoerslang en/of de veiligheidsklep beschadigd zijn,
dan moet u onmiddellijk de stekker uit het stopcontact
nemen.
- Een toevoerslang met veiligheidsklep mag alleen door
bevoegde vakmensen of door de servicedienst vervangen
worden.
- Plaats de toevoerslang zodanig dat hij nooit de hoogte van
de onderkant van de veiligheidsklep overschrijdt.
Installatie