9
STORINGEN
Indien het apparaat niet of niet goed functioneert,
controleer dan:
• of de stekker goed in het stopcontact zit;
• of de elektriciteit soms uitgevallen is;
• of de thermostaatknop op de juiste stand staat;
• en indien er water op de bodem van de koeler
ligt, of het afvoerkanaaltje soms verstopt is (zie
hoofdstuk “Ontdooien”).
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en
verhelpen,raadpleeg dan de onze service-afdeling.
Geef daarbij altijd het model en het typenummer
van de kast op. Deze gegevens vindt u op het
garantiebewijs of op het typeplaatje dat zich
linksonder aan de binnenzijde van het apparaat
bevindt.
Ontdooien
Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch
plaats elke keer dat de compressor stopt. Het
dooiwater wordt via een afvoerkanaaltje
opgevangen in een bakje dat zich aan de achterkant
van het apparaat boven de compressor bevindt. Hier
verdampt het water.
Wij raden u aan het gaatje in het afvoerkanaal
regelmatig schoon te maken, teneinde te
voorkomen dat het dooiwater de levensmiddelen
nat maakt.
In het vriesvak dient u de rijp te verwijderen,
wanneer deze een laag van circa 4 mm vormt.
Gebruik hiervoor de meegeleverde kunststof
schraper. Voor het uitvoeren van deze handeling
hoeft u het apparaat niet uit te schakelen of het
vriesvak leeg te maken. Wanneer zich een dikke
laag ijs gevormd heeft, dient u het gehele apparaat
te ontdooien.
Belangrijk:
Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit
metalen voorwerpen; u zou uw koelkast kunnen
beschadigen.
Geen voorwerpen of methodes gebruiken om het
ontdooiproces te versnellen die niet door de
fabrikant zijn aangegeven.
Temperatuurstijging van diepvriesproducten kan
hun houdbaarheidsduur verkorten.