29
2 - Demonteren van de filters
Verwijder telkens één filter tegelijk, door de handgreep naar de achtterzijde van de wasemkap te
duwen (afb. 12). Let er bij het terugplaatsen op dat de handgreep zichtbaar blijft.
3.2 - Filters van synthetische vezels.
1 - Vervang deze wanneer de paars-rode kleur van de puntjes, die door het rooster heen zichtbaar zijn,
zich over het grootste deel van het oppervlak heeft verspreid, en, in ieder geval, tenminste eenmaal
per twee maanden.
N.B. - Dit filer kan niet worden gewassen, want dan zou het al zijn eigenschappen verliezen. De
fabrikant wijst ieder aansprakelijkheid wegens schade die aan het niet respecteren van deze regel
te wijten is, af.
2 - Procedure voor de vervanging
- open het rooster (fig. 13a) door de toetsen U naar achteren te drukken zover U kunt.
- Draai het rooster naar beneden, haak hem los van de achterste pinnen met een diagonale
beweging (fig. 13b).
- Zet het rooster op een vlak en verwijder de filterhouders Q (fig. 13c).
- Vervang het filter zodat de gekleurde puntjes te zien zijn door het rooster heen.
- Monteer de roosterhouder weer en het rooster door de procedure in omgekeerde volgorde uit te
voeren, ervoor zorgend dat de metalen haken die door de toetsen U worden bewogen, tot op de
volle diepte op hun plaats zitten. ATTENTIE - Het is noodzakelijk de aangegeven tussenpozen
voor reiniging en onderhoud te respecteren, om een mogelijke brand te voorko-men wanneer de
filters verzadigd zijn met vet.
3.3 - Aktief koolfilter
1 - Werking
De aktieve koolfilters hebben het vermogen de geuren te onderdrukken tot aan hun verzadiging.
Ze kunnen niet worden gewassen en kunnen niet opnieuw worden gebruikt, en moeten daarom
tenminste eenmaal per vier maanden worden vervangen of vaker, indien er sprake is van een
bijzonder intensief gebruik.
2 - Vervanging
Verwijder de metalen antivet-filters of het af-zuigrooster, verwijder de aktieve koolfilters aan het
einde van de metalen verspreider door hen tegen de klok in te draaien. Monteer de nieuwe fil-ters
door hen met de klok mee te draaien (afb. 14).
3.4 - Verlichting
Kan bestaan uit 1 neonbuis van 15W, 2 lampjes van 40W, of uit twee halogeenlampjes van 20W. Ga
als volgt te werk om hen te vervangen:
1 - Neonbuis - Lampjes (afb. 15):
a) Neem de metalen uiteinden T weg. Het glas blijft vastgehaakt aan het lipje Z.
b) Verschuif het glas naar één kant totdat de andere kant vrijkomt (pijl 1) en trek het vervolgens
voorzichtig omlaag (pijl 2). Verschuif het vervolgens in de richting die tegengesteld is aan de
eerste richting (pijl 3) totdat het glas volledig vrijkomt. Vervang de lampjes of de neonbuis en
monteer het glas in omgekeerde volgorde.
c) In het geval de verlichting bestaat uit spotjes die aan het bedieningspaneel grenzen, is het
voldoende de metalen vetfilters te verwijderen om de lampjes te vervangen.
2 - Halogeenlampjes
a)
Verwijder de metalen drager van de spotjes op dezelfde manier als de glazen lampenkap (afb. 16)
.
b) Vervang de halogeenlamp door een exemplaar met dezelfde kenmerken (12V - 20W) (afb. 17).
Let er bij het hermonteren op dat de twee stiftjes goed in de behuizing van de lampenhouder
terecht komen.