Tips
Energie besparen
¥ Het apparaat niet in de buurt van kachels,
verwarmingselementen of andere warmtebronnen
plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatuur
werkt de compressor vaker en langer. Zie
hoofdstuk ÒPlaats van opstellingÓ.
¥ Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
¥ Het kan voorkomen dat, indien de thermostaatknop
in de koudste stand gedraaid is, bijvoorbeeld ten
gevolge van zeer warme omgevingstemperatuur of
het snel willen koelen van grote hoeveelheden
dranken, de compressor continu loopt, waardoor
automatische ontdooiing van de koelverdamper
niet plaatsvindt en zich daarop ijs afzet. Draai, in
dat geval, de thermostaatknop naar een wat
minder koude stand, zodat automatische
ontdooiing kan plaatsvinden; hierdoor spaart u
tevens energie.
¥ Geen warme spijzen in het apparaat zetten.
Warme spijzen eerst laten afkoelen.
¥ De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
¥ Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de
koelruimte leggen. De koude in de
diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de
koelruimte gebruikt.
¥ Houd de warmte afgevende verdamper, het
metalen rooster aan de achterzijde van het
apparaat, schoon.
27
Interieur
Legvlakken
¥Delegvlakken zijn in hoogte verstelbaar.
¥ Daartoe het legvlak zover naar voren trekken tot
het naar boven of onderen bewogen kan worden
en eruit gehaald kan worden.
¥ Om de legvlakken op een andere hoogte te zetten
in omgekeerde volgorde te werk gaan.
Het legvlak boven de groentelade en het
flessenrek moeten altijd op hun plek blijven om
een goede luchtcirculatie te waarborgen.
Deurvakken
¥ De ruimte tussen de deurvakken kan naar behoefte
aangepast worden.
¥ Trek het vak geleidelijk naar de door de pijlen
aangegeven richting totdat het loskomt.
¥ Verplaats daarna het vak naar de gewenste
hoogte.
Voor een goede schoonmaakbeurt kan het bovenste
deurvakje verwijderd worden door het te schuiven,
waarna het weer op zijn plaats gezet wordt.
Koelen
¥ Plaats geen warme of dampende spijzen of
dranken in de koelruimte.
¥ Dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het.
¥ Plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij
eromheen kan circuleren.
Enkele praktische tips:
¥
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de
glazen plaat boven de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan ŽŽn of twee
dagen.
¥ Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen,
goed afgedekt, op elk legvlak geplaatst worden.
¥ Fruit en groente: worden schoongemaakt in de
groentelade(n) gelegd.
¥ Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de
lucht te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard
of in plastic- of aluminiumfolie verpakt.
¥
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het
flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen,
aardappelen, uien of knoflook niet in de
koelkast.