41
STORING
Indien het apparaat niet of niet goed functioneert,
kontroleer dan:
• of de stekker goed in het stopcontact zit;
• of de elektriciteit soms uitgevallen is;
• of de thermostaatknop op de juiste stand staat;
• en indien er water op de bodem van het
koelgedeelte ligt, of het afvoerkanaaltje soms
verstopt is (zie hoofdstuk “Het ontdooien”).
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en
verhelpen,raadpleeg dan de servicedienst.
Geef daarbij altijd het model en het typenummer
van de kast op. Deze gegevens vindt u op het
typeplaatje dat zich linksonder aan de
binnenzijde van het apparaat bevindt.
Het verwijderen van rijp
In het vriesvak dient u de rijp te verwijderen,
wanneer deze een laag van circa 4 mm vormt.
Gebruik hiervoor een kunststof spatel. Voor het
uitvoeren van deze handeling hoeft u het apparaat
niet uit te schakelen of het vriesvak leeg te maken.
Wanneer zich een dikke laag ijs gevormd heeft,
dient u het gehele apparaat te ontdooien.
Ga als volgt te werk:
1. draai de thermostaatknop op «O» of trek de
stekker uit het stopcontact;
2. omwikkel de levensmiddelen met meerdere
kranten en bewaar ze op een koele plaats;
3. laat de deuren open staan.
4. droog na het ontdooien het vriesvak zorgvuldig;
5. draai de thermostaatknop in de gewenste stand
of steek de stekker weer in het stopcontact.
6. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesprodukten
weer terugplaatsen.
Belangrijk:
Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit
metalen voorwerpen; u zou uw koelkast kunnen
beschadigen.
Geen voorwerpen of methoden gebruiken om het
ontdooiproces te versnellen die niet door de
fabrikant zijn aangegeven.
Temperatuurstijging van diepvriesprodukten kan
hun houdbaarheidsduur verkorten.
TECHNISCHE GEGEVENS
Deze gegevens vindt u op het garantiebewijs of op het typeplaatje van het apparaat.