29
1 Veiligheidsaanwijzingen voor de installateur
• In de elektrische installatie moet een inrichting worden aangebracht,
die het mogelijk maakt het apparaat met een contactopeningswijdte
van min. 3 mm met alle polen van het net te scheiden.
Geschikte scheidingsinrichtingen zijn bijv. automatische zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de fitting geschroefd worden), aard-
lekschakelaar en veiligheidsschakelaars.
• Dit apparaat voldoet wat betreft brandbeveiliging aan type
Y (IEC 335-2-6). Alleen apparaten van dit type mogen aan één zijde
tegen daarnaast staande hoge kasten of wanden ingebouwd wor-
den.
• Er mogen geen laden onder de kookplaat gemonteerd worden.
• Onder de kookplaat moet een vrije afstand van minimaal 100 mm
aanwezig zijn, als het apparaat niet boven een fornuis wordt inge-
bouwd.
• Bescherming tegen aanraken moet door de inbouw gegarandeerd
zijn.
• De stabiliteit van de inbouwkast moet aan DIN 68930 voldoen.
• Als bescherming tegen vocht moeten alle uitgezaagde snijvlakken
met geschikt afdichtmateriaal worden beschermd.
• Bij betegelde werkbladen moeten de voegen bij het kookgedeelte
geheel met voegenmateriaal opgevuld zijn.
• Afdichting bij het raam controleren op correcte positie en op even-
tuele gaten. Er mag geen extra siliconenafdichting aangebracht wor-
den, omdat dit het uitbouwen bij service bemoeilijkt.
• Voor demontage moet de kookplaat er van onderen uitgedrukt wor-
den.