10
De volgende symbolen zijn van belang
voor het drogen:
mag machinaal gedroogd wor
den
normaal drogen (normale tem
peratuur)
voorzichtig drogen (lage tem
peratuur)
mag niet machinaal gedroogd
worden
Overtuig u ervan dat borst- of broekza-
kken leeg zijn. Keer kleding met borst-
en broekzakken met dikke zomen bin-
nenstebuiten, op deze manier
voorkomt u zoveel mogelijk onregel-
matige droging.
Dekbedovertrekken en kussenslopen
dichtmaken, anders verzamelen zich
hierin kleinere wasstukken.
Ritssluitingen en haak-oogsluitingen
dichtdoen, losse banden en ceintuurs
samenknopen.
Het wasgoed voor het drogen goed
centrifugeren.
Sorteer uw wasgoed volgens textiel-
soort en droogtegraad.
Voorkom overdroging door het
zorgvuldig kiezen van de gewenste
droogtegraad. Te droog wasgoed laat
zich minder goed strijken.
Om het statisch worden (knetteren en
kleven) van synthetisch wasgoed te
voorkomen, adviseren wij u in de
wasautomaat een wasverzachter te
gebruiken.
Tricot kan iets krimpen. Deze textiel-
soort niet overdrogen. Bij de aanschaf
rekening houden met het feit dat deze
textiel, al naar gelang de kwaliteit,
krimpt.
Het kan voorkomen dat u, na het dro-
gen, toch nog vochtige plekken in het
wasgoed vindt. Dat is met name het
geval bij dikke kragen, manchetten en
zomen. U kunt deze kledingstukken
nadrogen, hierbij de machine op min-
stens 30 minuten instellen.