7
Bediening
Bedieningspaneel
1 Programma-overzicht
Hier vindt u richtlijnen voor de in te stellen
droogtijden.
2 Bedrijfscontrolelampje
Dit lampje brandt als de machine INgeschakeld is
en gaat uit als de machine UITgeschakeld wordt.
3 Toets AAN/UIT
Door het indrukken van deze toets schakelt u de
machine in en uit.
4 Toets Lage temperatuur
Druk deze toets in als u kreukherstellend goed gaat
drogen. De verwarming wordt gereduceerd en u
moet een langere droogtijd instellen.
5 Toets Luchten
Als u deze toets indrukt, wordt de verwarming
uitgeschakeld. Deze functie kan voor het luchten
van kledingstukken die u anders enige tijd buiten
zou hebben gehangen, of voor het drogen van fijne
was worden gebruikt.
6 Toets Start
Na instelling van het programma drukt u op deze
toets om het programma te starten.
Indien de deur van het apparaat tijdens de
afwerking van het programma geopend wordt,
moet deze toets na het sluiten van de deur weer
ingedrukt worden om het programma voort te
zetten.
7 Signaallampje waterreservoir
Het lampje brandt als het waterreservoir vol of niet
goed geplaatst is. Het programma is dan
onderbroken.
8 Droogtijdenknop
Deze is in twee sectoren opgedeeld:
Een sector met een normale (hoge)
droogtemperatuur, instelbaar tot 150 minuten. De
normale temperatuur gebruikt u voor katoen en
linnen.
Een sector met verlaagde droogtemperatuur,
instelbaar tot 100 minuten. De verlaagde temperatuur
gebruikt u voor synthetica en fijne was.
U mag de knop uitsluitend rechtsom draaien. Heeft
u in de verkeerde sector ingesteld, dan niet
terugdraaien maar weer rechtsom.
Afkoelfase
Bij het instellen van korte droogtijden moet u er
rekening mee houden dat de machine ca. 10 minuten
voor het einde van het programma de afkoelfase start
(programmastand). De verwarming wordt automatisch
uitgeschakeld en wasgoed en machine worden
afgekoeld.
De afkoelfase mag in geen geval verkort of
onderbroken of zelfs geheel overgeslagen worden.
Verbrandingsgevaar!