35
Installatie
Bij het transport en het opstellen van het
apparaat erop letten dat geen onderdelen van
het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Tijdens normaal gebruik worden de condensor en
de compressor die zich op de achterkant van het
apparaat bevinden, warm. Om veiligheidsredenen
moet de ventilatie zodanig zijn als aangegeven in
de speciale afbeelding. Zie hoofdstuk “Plaats van
opstelling”.
• Belangrijk: De netaansluiting mag alleen door
gekwalificeerd personeel verwisseld worden. Wend
u in geval van reparaties tot onze service-afdeling.
Plaats van opstelling
• Controleer het koelapparaat op transportschade.
• Plaats het apparaat uit de buurt van
warmtebronnen: centrale verwarming, kachels,
felle zonnestralen enz.
• Plaats het apparaat niet in de nabijheid van een
centrale verwarming of een gasfornuis.
• Zie voor deurdraairichting en inbouw de
betreffende aanwijzingen.
De klimaatklasse staat op het typeplaatje dat zich
rechts aan de binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke
omgevingstemperatuur bij welke klimaatklasse
behoort:
Attentie: u dient niet alleen rekening te houden met
de omgevingstemperatuur voor dit type product maar
tevens met de volgende aanwijzingen: wanneer de
omgevingstemperatuur onder de aangeduide
minimum waarde daalt, wordt de
conserveringstemperatuur in het vriesvak niet meer
gegarandeerd; u kunt de bewaarde levensmiddelen
dan het beste zo snel mogelijk nuttigen.
Klimaatklasse
SN +10 tot +32°C
+16 tot +32°C
+18 tot +38°C
+18 tot +43°C
N
ST
T
voor een
omgevingstemperatuur van
Elektrische aansluiting
Overtuig u ervan dat de netspanning en de
netfrequentie, die op het typeplaatje in de kast staan
aangegeven, overeenkomen met de netspanning en
de netfrequentie in uw woning.
Een afwijking op de netspanning tot plus of minus
6% is toegestaan.
Bij aansluiting op een andere spanning dient u een
geschikte transformator te gebruiken.
De stekker mag alleen geplaatst worden in
een geaard stopcontact.
De kast is daarom voorzien van een speciaal
drieaderig snoer, geschikt voor een geaard
stopcontact. Mocht het stopcontact in uw
woning niet geaard zijn, dan dient een erkend
installateur het apparaat volgens de geldende
normen te aarden.
Wij wijzen u er op dat schade of letsel,
veroorzaakt door het niet voldoen aan dit
veiligheidsvoorschrift, niet onder de
verantwoordelijkheid van de fabrikant valt.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
- 73/23 EG-richtlijn van 19/02/73
(Laagspanning) en opeenvolgende
wijzigingen;
- 87/308 EG-richtlijn van 2.6.87 met betrekking
tot de radio-ontstoring;
- 89/336 EG-richtlijn van 03/05/89
(Elektromagnetische compatibiliteit) en
opeenvolgende wijzigingen.
Attentie
Het apparaat moet
van de stroomvoorziening
afgesloten kunnen worden; de stekker moet
dus ook na de installatie bereikbaar blijven.