HANDLEIDING
A HET INSTALLEREN VAN DE KACHEL
Haal uw kachel voorzichtig uit de doos en controleer de inhoud. Naast de
kachel moet u ook beschikken over:
̈ een brandstofhevelpompje
̈ een transportdop
̈ deze gebruiksaanwijzing
Bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal (fig. A) voor opslag en/of transport.
Open het deksel van de wisseltank
¿ en verwijder het stukje karton.
Vul de wisseltank zoals aangegeven in
hoofdstuk B.
De vloer moet stevig en waterpas zijn. Verplaats de kachel als deze niet
waterpas staat. Probeer dit niet te corrigeren door er boeken of iets anders
onder te leggen.
Steek de stekker
¹ in het stopcontact (220/230 Volt - AC/50 Hz) en stel de
juiste tijd in met behulp van de insteltoetsen
ƻ (zie hoofdstuk C).
Uw kachel is nu gebruiksklaar.
B VULLEN MET BRANDSTOF
Vul de wisseltank niet in de woonruimte, maar op een meer geschikte plaats (er
kan altijd een beetje gemorst worden). U gaat daarbij als volgt te werk:
Zorg dat de kachel uit is.
Open het deksel
ᕤ en til de wisseltank ᕧ uit de kachel (fig. B). Let op: de
tank kan even nadruppelen. Zet de wisseltank neer (dop naar boven) en
schroef de tankdop eraf.
Neem het brandstofhevelpompje en steek de gladde, meest stugge pijp in de
jerrycan. Zorg dat deze hoger staat dan de wisseltank (fig. C). De geribbelde
slang steekt u in de opening van de wisseltank.
Draai de knop bovenop het pompje vast (naar rechts).
Knijp enkele keren in het pompje, totdat de brandstof de wisseltank in begint
te stromen. Als dat eenmaal het geval is, hoeft u niet meer te knijpen.
Let tijdens het vullen op de brandstofmeter van de wisseltank
º (fig. D). Als u
ziet dat deze vol is, stop dan met vullen door de knop boven op het pompje
weer los te draaien (naar links). Maak de tank nooit te vol. Vooral niet als de
brandstof erg koud is (brandstof zet uit als deze warmer wordt).