Attentie: als een gedeelte van de omgedraaide kaarten bellen
toestaat, maar een ander gedeelte niet, dan mag men niet bellen.
Zijn bijvoorbeeld een aap, een limoen en twee gelijke vruchtenkaarten
te zien, dan mag men niet bellen. Zijn een olifant, een aardbei en een
zwijn te zien, dan mag men ook niet bellen.
23
1) Voorbeeld: Er zijn alleen
verschillende vruchtenkaarten
te zien.
2) Voorbeeld: Er zijn een olifant
en aardbeien te zien.
Olifanten lusten geen aardbeien.
3) Voorbeeld: Er zijn een aap en
limoenen te zien.
Apen lusten geen limoenen.
4) Voorbeeld: Men mag ook niet
bellen als een olifant en een
aap te zien zijn, en tevens aard-
beien en limoenen.
3) Men moet bellen, als een aap en van de vruchten alleen bananen,
pruimen en/of aardbeien, maar geen limoenen te zien zijn.
4) Men moet bellen, zodra een
zwijn wordt neergelegd.
Snel reageren!
Wie als eerste belt als een van de bovengenoemde kaartencombina-
ties op tafel ligt, beëindigt de spelronde en wint alle open aflegstapels.
Deze kaarten legt hij gedekt onder zijn kaartenstapel en hij begint een
nieuwe ronde, door een eerste kaart om te draaien.
Attentie: de handen van de spelers mogen zich niet te dicht bij de bel
bevinden. Ze moeten tijdens het spel altijd in de buurt van de eigen
kaarten op tafel liggen.
Fout gebeld
Men mag niet bellen als alleen verschillende vruchtenkaarten te zien
zijn, of als er vruchten liggen die de dieren niet lusten.
22