16
1. Buitenkant
De buitenkant van de machine reinigt u met warm
water en een neutraal, niet schurend
huishoudelijk schoonmaakmiddel. Afnemen met
schoon water en drogen met een zachte doek.
Belangrijk: gebruik geen spiritus, oplosmiddelen
en dergelijke voor het reinigen van de buitenkant
van uw wasautomaat.
2. Wasmiddellade
Na een tijdje vormen de resten van wasmiddelen
en wasverzachters een aangekoekt laagje in de
wasmiddellade.
Maak deze lade af en toe schoon door hem onder
stromend water te houden. Door de greep naar
beneden te drukken, kunt u de lade eruit trekken.
Om het reinigen te vergemakkelijken kunt u ook
het bovenste gedeelte van de vakjes voor
wasverzachter e.d. verwijderen.
Ook binnen in de houder kunnen resten
aankoeken: verwijder deze met een oude
tandenborstel. Plaats de lade na het
schoonmaken weer terug.
3. Watertoevoerfilter
Als u merkt dat het lang duurt voordat de machine
vol water loopt,controleer dan of het filtertje in de
toevoerslang niet verstopt zit.
Draai de waterkraan dicht.
Schroef de toevoerslang aan de achterkant van
de machine los.
Maak het filtertje met een harde borstel schoon.
Breng het weer op zijn plaats aan en schroef de
slang opnieuw aan de achterkant van de
wasautomaat.