31
beide gesprekken. Door het opleggen van de handset worden de verbindin-
gen verbroken.
Conferentiegesprek
Met deze functie kunt u met twee gesprekspartners tegelijkertijd bellen, ter-
wijl elke gesprekspartner aan het conferentiegesprek kan deelnemen. De
verbinding tussen de beide gesprekspartners kunt u realiseren zoals hierbo-
ven onder aankloppen/ruggespraak/wisselgesprek beschreven staat.
Wanneer u met twee gesprekspartners verbonden bent, bijv. via een wissel-
gesprek of via ruggespraak, en u een conferentiegesprek wilt voeren, drukt
u de R-toets in. Het actuele gesprek wordt in de wacht gezet en u hoort een
speciale kiestoon. Kies nu het cijfer 3 . Het conferentiegesprek kan begin-
nen. Wanneer een gesprekspartner zijn telefoon neerlegt, kan het gesprek
met de tweede gesprekspartner gewoon worden voortgezet. Door het
opleggen van uw telefoon wordt het conferentiegesprek verbroken.
Wanneer uw telefoon aangesloten is op een telefooncentrale, dient u de
aanwijzingen uit de handleiding van de telefooncentrale te volgen.
Intern bellen (intercom, alleen mogelijk met minstens twee aan het basis-
station aangemelde handsets)
1. Houd in de stand-by modus de toets INT ingedrukt..
2. Op het display verschijnen alle aangemelde handsets met hun nummer,
behalve de handset die u nu gebruikt; bijv. bij MT 1 verschijnt bij 3 aan
gemelde handsets 2 3 9. De 2 en 3 staan voor de beide andere hand
sets, de 9 voor intern gebruik.
3. Toets het nummer van de gezochte handset in, in ons voorbeeld 2 of 3.
De gekozen handset gaat over.
4. De verbinding wordt gemaakt als de gesprekspartner opneemt.
5. Om het gesprek te beëindigen drukt u op de verbreektoets of zet
u de handset terug in het basisstation.