32
Gesprek doorverbinden met een andere handset
1. U telefoneert met een externe gesprekspartner en wilt het
gesprek doorverbinden.
2. Druk op de R-toets en houd de INT-toets ingedrukt.
3. De externe deelnemer wordt in de wacht gezet
4. Op het display verschijnen de andere aangemelde handsets.
5. Kies met n het gewenste apparaat.
6. Wanneer uw interne oproep wordt opgenomen, drukt u op de verbreek-
toets om uw verbinding met de externe deelnemer te verbreken en
deze door te verbinden.
7. Wanneer uw interne oproep niet wordt opgenomen, drukt u op de toets
R om terug te keren naar de externe deelnemer.
Netwerkfuncties intern
Aankloppen tijdens een intern gesprek
1. De externe oproep wordt in beide handsets gesignaleerd met de aan
kloptoon (dubbele toon).
2. Druk twee keer op de verbindingstoets om de externe oproep
te beantwoorden.
3. Om het gesprek te beëindigen drukt u op de verbreektoets of zet
u de handset terug in het basisstation.
Ruggespraak en wisselgesprek
1. U voert een extern gesprek.
2. Druk op de toets INT.
3. De externe gesprekspartner wordt in de wacht gezet.
4. Op het display verschijnt een lijst met alle aangemelde handsets.
5. Druk met de pijltoets op de gewenste handset en druk op de menu
toets.
6. Wanneer de betreffende handset wordt opgenomen kunt u spreken.
U kunt tussen de externe gesprekspartner en het intern opgeroepen
nummer schakelen (wisselgesprek).
7. Om terug te keren naar de externe gesprekspartner drukt u op de ver
breektoets van de handset.
8. Om opnieuw met de interne gesprekspartner te spreken voert u de
hierboven beschreven handelingen nogmaals uit. Om het gesprek te
beëindigen drukt u op de verbreektoets of zet u de handset terug in het
basisstation.