8
Avant la mise en service
Votre appareil étant destiné au stockage des aliments, prenez la précaution
de nettoyer l’intérieur avec de l’eau tiède et un savon inodore (produit uti-
lisé pour la vaisselle) avant toute utilisation.
Rincez et séchez soigneusement.
Attendez 2 heures avant de brancher votre appareil et de procéder au régla-
ge du thermostat.
Utilisation de votre appareil
Bandeau de commande
A. Voyant jaune la commande de température ambiante
Il s’ allume si on appuie sur la touche (B).
B. La commande de température ambiante
Si la température ambiante est inférieure à +16°C l’interrupteur (B) doit
être actionné. Le voyant (A) s’allume.
C. Voyant vert de fonctionnement
Il est allumé lorsque le thermostat (D) est réglé sur une position de fonc-
tionnement (1 à 4). Il est éteint lorsque le thermostat se trouve sur la posi-
tion arrêt «0».
D. Thermostat du compartiment congélateur
Le thermostat
La température à l’intérieur de chaque compartiment est réglée par un ther-
mostat gradué de «1» à «4», la position «4» représentant la température la
plus froide. La position «0» entraîne l’arrêt de fonctionnement du compres-
seur.
41
Sterke rijpvorming in het
apparaat, eventueel ook aan
de deurafdichting.
Deurafdichting is lek (even-
tueel na het overzetten van
het deurscharnier).
Op de ondichte plaatsen de
deurafdichting voorzichtig met
een föhn verwarmen (niet heter
dan ca. 50 °C). Tegelijkertijd de
verwarmde deurafdichting met
de hand zo in vorm trekken dat
hij weer helemaal sluit.
De levensmiddelen zijn te
warm.
Binnenverlichting werkt niet.
Het apparaat staat naast een
warmtebron.
Temperatuur is niet juist inge-
steld.
Zie hoofdstuk “Ingebruikname”.
Lamp is kapot.
Zie hoofdstuk “Lamp vervan-
gen”.
Temperatuurregelaar op een
koudere stand zetten.
Deur heeft te lang openge-
staan.
Zie hoofdstuk “Opstelplaats”.
In de laatste 24 uur zijn gro-
tere hoeveelheden warme
levensmiddelen opgeslagen.
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is.
Apparaat koelt te sterk.
Temperatuur is te laag inge-
steld.
Temperatuurregelaar tijdelijk
op een hogere stand zetten.
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die u zelf aan de hand van
de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere werk-
zaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder
helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kun-
nen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie tot onze
service-afdeling.
Storing Mogelijke oorzaken Oplossing
Apparaat werkt niet.
Apparaat is niet aangezet. Apparaat aanzetten.
Stekker zit niet in het stopcon-
tact of zit los.
Stekker in stopcontact steken.
Zekering is los of kapot.
Zekering controleren,eventueel
vernieuwen
Stopcontact is kapot.
Storingen in het lichtnet door
uw elektrovakman laten
verhelpen.