10
Les balconnets
Il est posiible de modifier la position en hauteur des balconnets sur la con-
tre porte selon vos besoins. Pour les retirer, soulevez-les vers le haut.
Boîte variable
Cette boîte est fixée sous un balcon-
net de contre de porte et peut être
déplacée latéralement.
Vous pouvez modifier l’emplacement
de cette boîte sur la contre porte et
la placer sous chaque balconnet.
Pour cela, soulevez le balconnet qui
maintient l’étrier et la boîte variable,
retirez-les de la contre porte. Pour
replacer la boîte sous un autre bal-
connet, procédez dans le sens inverse
des opérations.
Emplacement des denrées
Zone la plus froide
Vous obtiendrez une meilleure conservation de vos aliments si vous les pla-
cez dans la zone de froid convenant le mieux à leur nature.
La zone la plus froide du compartiment réfrigérateur se situe au niveau
de la clayette inférieure en verre.
Emplacements Produits
Compartiment congélateur
Bacs à glaçons, produits surgelés et congelés,
desserts glacés, produits frais à congeler
Compartiment réfrigérateur
Clayettes supérieure et centrales
Aliments cuits, entremets et toutes denrées à
consommer assez rapidement. Fromages frais,
charcuterie.
Clayette inférieure en verre
Viandes, volailles, gibiers et poissons crus.
Temps maximum de conservation: 1 à 2 jours.
39
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met toe-
behoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het elektriciteitsnet aan-
gesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonmaken het appa-
raat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan
vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete
damp kan kunstof onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik genomen
wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderde-
len aantasten, bijv.
– Sap van citroen– of sinaasappelschillen;
– boterzuur;
– schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderdelen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
1. Koel– en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerdere
lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
2. Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk “Ontdooien”).
3. Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zekering
Apparaat uitzetten
Voor het uitzetten de temperatuurregelaar op stand “0” draaien.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen.
2. Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0” draaien.
3. Stekker uit het stopcontact halen of zekering in de huisinstallatie uit-
schakelen.
4. Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reiniging en
onderhoud”).
5. Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen.