Ontdooien van het apparaat
Het ontdooien van de koelruimte
Als de compressor loopt vormt zich op de achterwand van de koelruimte
een rijplaag. Deze laag wordt automatisch verwijderd, wanneer de com-
pressor stilstaat. Het dooiwater wordt in een gootje in de achterwand van
de koelruimte opgevangen en via een afvoeropening naar een verzamelbak
boven de compressor gevoerd, alwaar het verdampt.
12
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de volgende
eenvoudige regels in acht te nemen:
• Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in de koelruimte;
• dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;
• plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circuleren.
Enkele belangrijke tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de glazen plaat boven de
groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed afgedekt, op elk legv-
lak geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen, in spe-
ciale koeldozen bewaard of in plastic- of aluminiumfolie verpakt.
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of knoflook
niet in de koelkast.
41
Ligação eléctrica
Para a ligação eléctrica é necessária uma tomada com contacto de segu-
rança, devidamente instalada. A protecção eléctrica por fusível terá que per-
fazer, no mínimo, 10 amperes.
Se, depois de instalado o aparelho, não se tiver mais acesso à tomada, terá
que se tomar uma providência adequada na instalação eléctrica que permi-
ta desligar o aparelho da rede (p. ex. fusível, interruptor protector de linha,
interruptor de corrente de defeito ou semelhantes, com uma abertura de
contactos de, pelo menos, 3 mm).
• Antes da colocação em funcionamento, verificar se os valores da rede
eléctrica do local de instalação correspondem à tensão de conexão e ao
tipo de corrente indicados na placa de características.
P. ex.: AC 220 ... 240 V 50 Hz ou
220 ... 240 V~50 Hz
(isto é, corrente alternada de 220 a 240 Volt, 50 Hertz)
A placa de características encontra-se no interior do aparelho, à esquerda.
Antes de colocar o aparelho em funcionamento
• Por favor, antes do primeiro uso, limpe o interior e todas as peças do apa-
relho (vide capítulo “Limpeza e conservação").