33
A. netcontrole-indicatie (groen)
B. toets ON/OFF van de koelkast
C. toets voor temperatuurinstelling (voor warmere temperaturen)
D. temperatuurindicatie
E. toets voor temperatuurinstelling (voor koudere temperaturen)
F. indicatie voor ingeschakelde COOLMATIC-functie (geel)
G. toets COOLMATIC
Toetsen voor temperatuurinstelling
De temperatuur wordt ingesteld via de toetsen „C“ en „E“. De toetsen staan
in verbinding met de temperatuurindicatie.
• Door te drukken op één van de twee toetsen „C“ of „E“ wordt de tempera-
tuurindicatie van de WERKELIJKE temperatuur (temperatuurindicatie
brandt) op de GEWENSTE temperatuur (temperatuurindicatie knippert)
omgeschakeld.
• Met elke verdere druk op één van beide toetsen wordt de GEWENSTE tem-
peratuur 1 °C verder gesteld. De GEWENSTE temperatur dient binnen 24 uur
te worden bereikt.
Als geen toets wordt ingedrukt, schakelt de temperatuurindicatie na korte
tijd (ca. 5 sec.) automatisch weer op de WERKELIJKE temperatuur terug.
GEWENSTE temperatuur betekent:
De temperatuur die in de koelruimte moet heersen. De GEWENSTE tempe-
ratuur wordt met knipperende cijfers aangegeven.
WERKELIJKE temperatuur betekent:
De temperatuurindicatie geeft de temperatuur aan die op dat moment
werkelijk in de koelruimte heerst. De WERKELIJKE temperatuur wordt met
brandende cijfers aangegeven.
Bedienings- en kontroleinrichting
Koelkast
40
Diepvrieskalender
• De symbolen geven de diverse soorten diepvriesproducten aan.
• De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de bewaartijd in
maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven
bewaartijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en de
behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmiddelen met een
hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde.
Koude-accu’s
In één van de laden van de vriesruimte bevinden zich twee koude-accu’s.
Als de stroom uitvalt of bij een storing aan het apparaat verlengen de koude-
accu’s de tijd tot de diepvriesartikelen te warm worden met meerdere uren.
De koude-accu’s kunen dit echter alleen optimaal doen als ze in de boven-
ste lade vooraan boven op de diepvriesartikelen gelegd worden. De koude-
accu’s kunnen tijdelijk ook als koelelement voor koeltassen gebruikt wor-
den.
Maken van ijsblokjes
1. IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesruimte plaatsen en laten
bevriezen.
2. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder stro-
mend water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse
of scherpe voorwerpen losmaken.
Ontdooien van het apparaat
Het ontdooien van de koelruimte
Als de compressor loopt vormt zich op de achterwand van de koelruimte
een rijplaag. Deze laag wordt automatisch verwijderd, wanneer de com-
pressor stilstaat. Het dooiwater wordt in een gootje in de achterwand van
de koelruimte opgevangen en via een afvoeropening naar een verzamelbak
boven de compressor gevoerd, alwaar het verdampt.
Het ontdooien van de vriesruimte
In het vriesvak slaat het vocht dat ontstaat tijdens de werking van het
apparaat en tijdens het openen van de deur neer. Daardoor vormt zich in
de vriesruimte een rijplaag. Deze dient regelmatig verwijderd te worden
met behulp van de speciale kunststof schraper. Een dikke rijplaag in de
vriesruimte betekent een hoger energieverbruik. Ontdooi daarom minstens