34
Temperatuurindicatie
De temperatuurindicatie kan meerdere soorten informatie aangeven.
• Bij normaal gebruik wordt de temperatuur aangegeven die op dat moment
in de koelruimte heerst (WERKELIJKE temperatuur).
• Tijdens de temperatuurinstelling wordt knipperend de op dat moment inge-
stelde koelruimte temperatuur aangegeven (GEWENSTE temperatuur).
In gebruik nemen - temperatuur instellen
1. Stekker in stopcontact steken.
2. Toets KOELEN ON/OFF indrukken. Het groene lichtnetlampje gaat branden.
Het apparaat start.
3. Druk op de toetsen „C“ of „E“. De temperatuurindicatie schakelt om en geeft
knipperend de op dat moment ingestelde GEWENSTE temperatuur aan.
4. Gewenste temperatuur door indrukken van de toetsen „C“ en „E“ instellen
(zie hoofdstuk "Toetsen voor temperatuurinstelling"). De temperatuurindi-
catie geeft direct de gewijzigde instelling aan. Met elke druk op de toets
wordt de temperatuur 1 °C hoger ingesteld.
Uit voedingswetenschappelijk standpunt is +5 °C voor de koelruimte koud
genoeg als bewaartemperatuur.
5. Als na het instellen van de temperatuur de toetsen niet meer worden inge-
drukt, schakelt de temperatuurindicatie na korte tijd (ca. 5 seconden) om en
geeft weer de WERKELIJKE temperatuur aan die op dat moment in de koel-
ruimte heerst.
Aanwijzing: als de instelling veranderd wordt, start de compressor niet
direct als op dat ogenblik automatisch wordt ontdooid. Omdat de bewaar-
temperatuur in de koelruimte snel wordt bereikt, kunt u direct na het
inschakelen levensmiddelen in de koelruimte leggen.
COOLMATIC
De COOLMATIC-functie is geschikt voor het snel afkoelen van grotere hoe-
veelheden in de koelruimte.
1. Door te drukken op de COOLMATIC toets wordt de COOLMATIC-functie
ingeschakeld. Het gele lampje gaat branden.
De COOLMATIC-functie zorgt nu voor intensief koelen. Daarbij wordt auto-
matisch een temperatuur van +2 °C ingesteld. Na verloop van 6 uur wordt
de COOLMATIC-functie automatisch beëindigd. Het gele lampje gaat uit.
2. De COOLMATIC toets te drukken kan de COOLMATIC-functie te allen tijde
handmatig beëindigd worden. Het gele lampje gaat uit.
Vakantiefunctie
Bij de vakantiefunctie is de temperatuur ingesteld op +15°C. Zodoende kunt
u tijdens een lange periode van afwezigheid (bijv. vakantie) de deur van de
39
Invriezen en diepgevroren bewaren
In uw koelapparaat kunt u diepvriesproducten bewaren en verse levens-
middelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vries-
ruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typeplaatje aangegeven vriesvermogen. Het vriesver-
mogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur inge-
vroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar
ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aan-
gegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen
snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt
tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kant-en-klare diepvriesproducten dient u zich besli-
st aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden
tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand-
bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aan-
stekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als
de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg
nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uit-
zondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in de
vriesruimte gelegd worden.
• Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze
niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere
diepvriesproducten overgebracht wordt.
• Daardoor heeft u een beter overzicht, wordt het lang openen van de deur
voorkomen en wordt stroom bespaard.
• Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevro-
ren waren omdat anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen
kunnen daaraan vast vriezen.
1. De in te vriezen levensmiddelen in de bovenste lade van het apparaat plaat-
sen.
2. Indien u voedsel sneller wilt invriezen of indien u de max. hoeveelheid wilt
invriezen, dan dient u 24 uur van te voren de snelvriesschakelaar in te
drukken. op de koude instelling.