CONNECT Nav
254
TRAJECT AANPASSEN
Het is mogelijk het traject op ieder mo-
ment aan uw eigen wensen aan te pas-
sen, ook bij ingeschakelde navigatie.
Voer hiervoor de volgende parameters in:
– TRAJECT: het is mogelijk het snelste
of het kor tste traject te selecteren of te
kiezen voor “Dynamische routebegelei-
ding” (DINAMIC) met TMC (zie de para-
graaf “Dynamische routebegeleiding” in
dit hoofdstuk). Als deze optie wordt ge-
kozen, worden alle andere mogelijkhe-
den (SNELWEG, VEERPONTEN en TOLGEL-
DEN) niet meer op het display getoond.
Het navigatiesysteem berekent het snel-
ste traject waarbij rekening wordt gehou-
den met de verkeersinfor matie en stemt
automatisch af op een TMC-station.
– SNELWEG (snelweg): tijdens de navi-
gatie kan gekozen worden om gebruik te
maken van snelwegen;
– VEERPONTEN: keuze om gebr uik te
maken van veerponten;
– TOLWEGEN: keuze om tolwegen voor
de navigatie uit te sluiten.
BELANGRIJK Als u bijv. het onder-
deel SNELWEG VERMIJDEN ( fig. 111)
kiest, en u door het ver mijden van de
snelwegen veel langere afstanden af
moet leggen, dan programmeer t het sys-
teem toch de snelwegen. Hetzelfde geldt
voor de VEERPONTEN en TOL WEGEN. Ga
als volgt te werk voor het kiezen van de
opties voor het traject:
Ga voor het kiezen van de opties voor
het traject als volgt te werk:
1) Druk op de toets MEN (10); op het
display verschijnt het instellingenmenu
van het navigatiesysteem.
2) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel OPTIES TRAJ. ( fig.
110)
fig. 110
A0B3060i
3) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) in te dr ukken; op het
display verschijnt het menu OPTIES TRAJ.
(fig. 111).
4) Plaats de cursor met de
draaiknop/toets (11) op de optie die u
wilt instellen.
5) Druk op de draaiknop/toets ( 11)
om de instelling te wijzigen.