CONNECT Nav
255
Ga als volgt te werk om het menu voor
het selecteren van opties voor het traject
af te sluiten:
1) Druk op de toets ESC ( 9), op het
display verschijnt het instellingenmenu
van het navigatiesysteem, of plaats de
cursor met de draaiknop/toets ( 11) op
DOORGAAN (fig. 111).
2) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) in te dr ukken; als de
“Routebegeleiding” niet actief is, ver-
schijnt op het display het hoofdmenu van
het navigatiesysteem.
BELANGRIJK Als de opties voor het
traject tijdens de routebegeleiding worden
gewijzigd, berekent het navigatiesysteem
automatisch het nieuwe traject. De opties
blijven geactiveerd totdat ze opnieuw
worden gewijzigd.
POSITIEBEPALING VAN DE
AUTO
Met deze functie kan de huidige positie
van de auto (bijvoorbeeld: naam van de
straat waarin u rijdt) worden weergege-
ven met een ver wijzing naar het NOOR-
DEN. Als deze functie is ingeschakeld,
wordt de routebegeleiding onderbroken.
Ga voor het bepalen van de huidige po-
sitie als volgt te werk:
1) Druk op de toets NA V (12); op het
display verschijnt het hoofdmenu van het
navigatiesysteem.
2) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel POSITIE (fig.112).
3) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) in te drukken.
Druk op de toets ESC (9) om de functie
uit te schakelen en ter ug te keren naar
het hoofdmenu van het navigatiesys-
teem.
Positie opslaan
Ga om de huidige positie van de auto
op te slaan als volgt te werk:
1) Druk op de toets MEN (10); op het
display verschijnt het instellingenmenu
van het navigatiesysteem.
2) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel ACT. POS. INV. (fig.
113).
fig. 113
A0B3067i
fig. 112
A0B3069i
fig. 111
A0B3066i