71
Ga voor een maximale verwar-
ming als volgt te werk:
bij koude motor
d.w.z. als de koelvloeistoftemperatuur
lager is dan 70°C (wijzer van de koel-
vloeistoftemperatuurmeter staat links van
het midden van de schaal van 50 tot
90°C):
– draai knop (A-fig. 62) rechtsom in
de uiterste stand (RODE gebied);
– zet draaiknop (B-fig. 62) op de
eerste of tweede snelheid van de aanja-
ger (merkteken op de knop op 1 of 2);
bij warme motor
d.w.z. als de koelvloeistoftemperatuur
hoger is dan 70°C (wijzer van de koel-
vloeistoftemperatuurmeter staat rechts
van het midden van de schaal van 50 tot
90°C):
– draai knop (A-fig. 62) rechtsom in
de uiterste stand (RODE gebied);
– zet draaiknop (B-fig. 62) op de
maximale aanjagersnelheid (merkteken
op de knop op 5).
ONTWASEMING
EN/OF ONTDOOIING VAN DE
VOORRUIT EN ZIJRUITEN
VOOR
– Schakel de recirculatie uit (lampje op
knop (D-fig.62) gedoofd), als deze
was ingeschakeld.
– Draai knop (A-fig.62) voor rege-
ling van de temperatuur rechtsom in de
uiterste stand (RODE gebied).
– Draai knop (B-fig. 62), voor rege-
ling van de luchtopbrengst op de maxi-
mum snelheid van de aanjager.
– Draai knop (C-fig. 62), voor de
luchtverdeling op het symbool
-
.
Nadat de ruiten ontwasemd/ontdooid
zijn, kan een stand gekozen worden
waarbij het zicht en het comfort optimaal
blijven.
BELANGRIJKOntdooien vindt het
snelst plaats bij een warme motor.
Als het buiten extreem vochtig is en/of
bij regen en/of bij grote verschillen in in-
terieur- en buitentemperatuur, raden wij u
de volgende procedure aan om het be-
slaan van de ruiten te voorkomen:
– luchtrecirculatie uitgeschakeld, lamp-
je op knop (D-fig. 62) gedoofd;
– draaiknop voor de temperatuurrege-
ling (A-fig. 62) in het rode gebied;
– aanjager ten minste in stand 3;
– draaiknop voor de luchtverdeling (C-
fig. 62) op symbool
-
met de moge-
lijkheid stand
≤
in te schakelen als de
ruiten dreigen te beslaan.
P4Z00242
fig. 62