– zet de knop van de luchtverdeling
(C-fig. 68) op symbool
-
met de mo-
gelijkheid stand
≤
in te schakelen als de
ruiten dreigen te beslaan;
– aircocompressor ingeschakeld, lampje
op knop (D-fig. 68) brandt.
BELANGRIJK Een belangrijk kenmerk
van de airconditioning is dat deze de
lucht ontvochtigt. Het is daarom altijd aan
te raden om de aircocompressor in te
schakelen met knop
√
(D-fig. 68) om
het beslaan van de ruiten te voorkomen.
Druk om de achterruit te ontdooien of
ontwasemen op knop
(
(F-fig. 68).
SNEL ONTDOOIEN/ONTWASE-
MEN VAN DE VOORRUIT, DE
ZIJRUITEN VOOR, DE ACHTER-
RUIT EN DE BUITENSPIEGELS
Als de functie
Z
is ingeschakeld, werkt
het systeem automatisch , zoals hier-
na aangegeven, voor een snelle ontwase-
ming/ontdooiing van de voorruit, de zij-
ruiten voor, de achterruit en de buiten-
spiegels:
– maximale luchtopbrengst en hoogste
temperatuur;
– luchtrecirculatie uitgeschakeld (lamp-
je
v
(D-fig. 68) gedoofd) waarbij
lucht van buiten binnenstroomt;
– compressor ingeschakeld (lampje op
knop
√
(D-fig. 68) brandt);
– luchtverdeling naar de voorruit en zij-
ruiten;
– verwarming van de achterruit en de
buitenspiegels ingeschakeld (lampje op
toets
(
(F-fig. 68) brandt).
Nadat de ruiten ontwasemd zijn, kan
met de draaiknop voor de luchtverdeling
een stand gekozen worden waarbij het
zicht optimaal blijft.
BELANGRIJK Bij een warme motor
werkt de functie
Z
maximaal (zie (*)
bij de tabel “Functies van de automatisch
geregelde airconditioning”).
80