In noodgevallen (bijv. bergopwaarts
starten) is het raadzaam de knop (B-
fig. 75) altijd ingedrukt te houden.
VERSNELLINGSPOOK
De uitvoering 2.0 T.SPARK is uitgerust
met een handgeschakelde versnellings-
bak met vijf versnellingen, en de uitvoe-
ring 3.0 V6 24V met een handgeschakel-
de versnellingsbak met zes versnellingen.
Om de versnellingen in te schakelen, moet
u het koppelingspedaal geheel intrappen en
de versnellingspook in de stand plaatsen die
overeenkomt met de gekozen versnelling.
Het afgebeelde schema met de standen
van de versnellingen staat ook op de
pook van de knop.
Om de 6
e
versnelling in te schakelen,
moet de hendel iets naar rechts geduwd
worden om te voorkomen dat per onge-
luk de 4
e
wordt ingeschakeld. Hetzelfde
geldt voor het terugschakelen van de 6
e
naar de 5
e
versnelling.
Voor het inschakelen van de achteruit (R)
moet de auto stilstaan en de versnellings -
pook vanuit de vrijstand naar rechts worden
verplaatst en vervolgens naar achteren.
Bij de uitvoering 3.0 V6 24V moet voor
het inschakelen van de achteruit, de
schuifring onder de pookknop (met de
hand waarmee u de pooknop bedient)
omhoog worden getrokken. Laat de
schuifring los als de achteruit is ingescha-
keld.
Om vanuit de achteruit een andere ver-
snelling in te schakelen, hoeft de schuif-
ring niet omhoog te worden getrokken.
86
De auto moet geblok-
keerd zijn als de hand-
rem enkele tanden is
aangetrokken. Als dit niet het
geval is, laat dan de Alfa Ro-
meo-dealer de handrem afstel-
len.
Om op de juiste wijze
te schakelen, moet u
het koppelingspedaal
geheel intrappen. Daarom mag er
niets onder het pedaal liggen dat
dit kan verhinderen: Let erop dat
de vloermatten niet zijn dubbel-
gevouwen en zo de slag van de
pedalen kunnen beperken.
P4Z00077
fig. 76