KOPLAMPVERSTELLING
Bedieningsknop (A-fig. 71) links
naast het instrumentenpaneel kan in vier
standen worden gezet die overeenkomen
met een van de onderstaande beladings-
graden.
Als de auto beladen is, moet de hoogte
van de koplampen worden afgesteld.
Stand 0: 1 persoon (bestuurder);
Stand 1: 2÷4 personen;
Stand 2: 2÷4 personen en bagage in
bagageruimte.
Stand 3: 1 persoon (bestuurder) en ba-
gage in bagageruimte.
TANKKLEPJE
OPENEN
U opent het tankklepje door op knop
(B-fig. 71) te drukken, als de contact-
sleutel in stand STOP staat of is uitge-
nomen.
OP NUL ZETTEN VAN
DE DAGTELLER
Houd om de dagteller op nul te zetten
de drukknop (A-fig. 72) rechts op het
instrumentenpaneel langer dan een se-
conde ingedrukt.
LICHTSTERKTEREGELING
IN STRUMENTENPANEEL
Draai voor het regelen van de lichtsterk-
te van het instrumentenpaneel, bij inge-
schakelde buitenverlichting, knop (B-fig.
72).
84
P4Z00073
fig. 71
Controleer de afstel-
ling van de koplampen
telkens als het gewicht
van de lading wijzigt.
P4Z00074
fig. 72