56
DYNAMISCHE ROUTE-
BEGELEIDING (indien aanwezig)
Tijdens de ”Dynamische routebegelei-
ding” analyseert het navigatiesysteem de
verkeersinformatie en verwerkt deze bij
de berekening van het traject.
De verkeersinformatie wordt uitgezon-
den door RDS-stations met TMC (Traffic
Message Channel).
Ga als volgt te werk om de functie “Dy-
namische routebegeleiding“ in te schake-
len:
1) Druk tijdens “Navigatie starten” op
de toets MEN (10); op het display ver-
schijnt het hoofdmenu van het naviga-
tiesysteem.
2) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel OPTIES TRAJECT
(fig. 81).
3) Druk op de draaiknop/toets (11)
om het onderdeel TRAJECT (fig. 82) te
selecteren.
4) Druk herhaaldelijk op de draai-
knop/toets (11) totdat op het display
het opschrift DYNAMISCH verschijnt.
5) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel DOORGAAN.
6) Druk op de draaiknop/toets (11).
Het systeem keert terug naar de status
“Navigatie starten” (zie de paragraaf
“Navigatie starten” in dit hoofdstuk) en
de instellingen blijven ongewijzigd totdat
er een andere instelling wordt doorge-
voerd.
BELANGRIJK Om de “Dynamische
routebegeleiding” in te schakelen tijdens
”Navigatie starten”, stemt het navigatie-
systeem af op een TMC-station. Als er
nog geen TMC-station op de FMC-golf-
band is opgeslagen, dan worden de TMC-
stations gezocht. Dit kan lang duren om-
dat alle banden worden doorlopen. Gedu-
rende deze tijd kan er niet naar de radio
worden geluisterd.
fig. 81
A0B3060i
fig. 82
A0B3059i